Het zonnepark van de toekomst is groener, slimmer en gecombineerd met landbouw

21.05.2025 Evelien Schreurs

Het zonnepark van de toekomst is groener, slimmer en gecombineerd met landbouw

Het zonnepark van de toekomst zal zich onderscheiden van eerdere generaties, met meer oog voor natuur, omwonenden en multifunctioneel gebruik, zoals combinaties met landbouw. Op deze manier worden zonneparken beter ingepast in de omgeving en voegen ze naast het leveren van energie ook andere waarden toe.

De afgelopen weken schreef Solar365 over investeringsrisico’s voor zonneparken en over manieren waarop zonneparken steeds slimmer omgaan met hun energie. Deze week kijkt Solar365 naar het zonnepark van de toekomst.

Floor Maassen, branchespecialist zon op land vertelt dat zonneparken echt anders ingericht zullen worden. Belangrijke ontwikkelingen zijn volgens haar onder andere agri-pv en het leveren van stroom om afnamecongestie van ondernemers en bedrijventerreinen op te lossen.

Agri-pv is kansrijk, omdat het een erg efficiënte manier van landgebruik is, legt Maassen uit. “Bij agri-pv is het idee dat je de opwek van zonne-energie toevoegt aan landbouwgrond. Dus je krijgt dan een dubbele functie en dat scheelt gewoon heel veel ruimte.” Zo kan een grasland met grazende groeien bijvoorbeeld gecombineerd worden met de opwek van zonne-energie.

Uit onderzoek blijkt dat dit gras goed blijft groeien, ook als het wat zon misloopt door schaduw van zonnepanelen. Zo kunnen melkproductie en de opwek van zonnestroom goed met elkaar worden gecombineerd. Dit is een efficiënte manier om de beschikbare ruimte te gebruiken en kan een extra inkomstenbron zijn voor de boer. Vooral voor andere combinaties, bijvoorbeeld met andere agrarische producten of ander vee, zoals kippen, is nog meer onderzoek nodig.

Bovendien is agri-pv een van de uitzonderingsgronden om een zonnepark te mogen plaatsen op (voormalige) landbouwgrond. Zo biedt het combineren van zonnepanelen en landbouw de mogelijkheid om tóch zonnepanelen te plaatsen op gebieden die daar in eerste instantie niet voor in aanmerking lijken te komen.

Groen zonnepark
Zonneparken die nu worden gebouwd zullen een stuk groener zijn dan de zonneparken van voorheen. Belangrijke reden daarvoor is dat zonneparken sinds de meeste recente SDE++-ronde alleen in aanmerking komen voor de subsidie als ze natuurinclusief zijn ontworpen. Daarmee is het zo goed als verplicht om bepaalde minimale ‘groene waarden’ toe te passen.

Vanuit deze eis mag maximaal 75 procent van het zonnepark bedekt zijn met zonnepanelen. Ook moet er een nulmeting gedaan worden naar de bodem-, water- en ecologische kwaliteit, een beerheerplan worden geschreven om te voorkomen dat die waarden achteruit gaan, en moeten de waarden tijdens de subsidieperiode worden gemonitord. 

“We zijn heel blij dat natuur nu in de SDE zit”, zegt Maassen. “Nu zegt de SDE++ eigenlijk dat natuurinclusiviteit onderdeel is van de businesscase, dus dat wordt ook meegerekend. Dat betekent dat natuurinclusiviteit niet meer buiten te boot kan vallen.”

Ook wordt er gewerkt - onder andere door Holland Solar, TNO, Eelerwoude, NL Greenlabel en de WUR - aan een kwaliteitskeurmerk voor ecologische zonneparken. “De SDE stelt eisen waaraan je moet voldoen en die overlappen met Ecocertified, maar Ecocertified stelt aanvullende eisen en biedt veel meer handvatten om een ecologische plus te realiseren op een zonnepark”, legt Maassen uit. “Er is onderzoek gedaan naar welke maatrelen echt relevant zijn en de natuurwaarden van een zonnepark verbeteren. Die komen in een label en als je aan die voorwaarden doet krijg je het eco-label”, aldus Maassen. Het Ecocertified keurmerk zal deze zomer nog worden gepubliceerd.

Maassen: “We merken ook dat ecologie heel veel draagvlak creëert voor zonneparken. Als mensen het zien als industrieel afvalgebied is het anders dan als het ook een ecologische plus oplevert in een gebied.”

Lokaal eigenaarschap
Ook worden omwonenden, en andere stakeholders, steeds meer betrokken bij het ontwerp van een zonnepark. Procesparticipatie is onderdeel van elk project. Dat betekent dat omwonenden kunnen meedenken over het ontwerp van het zonnepark, bijvoorbeeld door de precieze locatie of de richting van de panelen wat aan te passen of door mee te denken aan welke plant- of diersoorten het park ruimte wil bieden.

Ook krijgen omwonende burgers en bedrijven de mogelijkheid om financieel deel te nemen aan het zonnepark. Vanuit het klimaatakkoord wordt er gestreefd naar 50 procent lokaal eigenaarschap. Wanneer het niet lukt om genoeg kapitaal op te halen in de omgeving of omwonenden bijvoorbeeld geen interesse hebben in aandelen in een zonnepark kan er ook worden gekeken naar alternatieven. Een ontwikkelaar kan dan bijvoorbeeld een fonds opstarten wat de omgeving zelf kan benutten om bijvoorbeeld het lokale zwembad of speeltuin op te knappen.

Die 50 procent is niet overal haalbaar, benadrukt Maassen. Als er bijvoorbeeld erg weinig omwonenden zijn, wordt het al een stuk lastiger om die 50 procent (financieel) eigenaarschap te behalen. Vooral toen dit streven net was gesteld, ging het wat lastig, vertelt Maassen, maar ondertussen hebben ontwikkelaars veel geleerd over het vormgeven van participatieprocessen.

Maassen: “Die balans gaat de goede kant op, het gaat steeds beter, maar we zijn ook eerlijk dat we het nog niet halen. We zijn in gesprek met het ministerie om de oorzaken goed in kaart te brengen zodat we samen acties ontwikkelen die ons dichter bij dat streven brengen.”

Duidelijke uitzonderingsgronden
Volgens Maassen is het, om de aanleg van nieuwe zonneparken weer op gang te krijgen, belangrijk dat de uitzonderingsgronden voor het plaatsen van zonneparken op landbouwgrond heel duidelijk zijn. De drie uitzonderingsgronden zijn: als er aan agri-pv wordt gedaan, als het een transitiegebied is, of wanneer het zonnepark netvriendelijk wordt ingepast.

“Nu zijn we nog een beetje in een vage fase waarop het wel officiële uitzonderingsgronden zijn, maar veel decentrale overheden weten nog net niet goed genoeg wat bijvoorbeeld agri-pv is en hoe je dat vergunt. Daarbij willen wij als sector ook voorkomen dat er greenwashing optreed, en dat zonneparken met wat schapen er omheen vergund worden als agri-PV. Daarom moeten die uitzonderingsgronden goed worden uitgewerkt en door alle decentrale overheden worden opgenomen in het beleid.” Dat gebeurt nu nog niet bij iedere provincie, waardoor het dan niet of nauwelijks mogelijk is om nog een zonnepark aan te leggen.

Zonneparken die nu wordt ontworpen zullen met aandacht voor de natuur en omwonenden beter worden ingepast in hun omgeving. En door slim om te gaan met energie, door bijvoorbeeld batterijen te gebruiken of direct aan een afnemer te leveren, verandert ook hun businesscase. Met dit soort ontwikkelingen gaan zonneparken efficiënter om met ruimte en gaan ze mee met een veranderend energiesysteem.