Hoe ziet het Vlaamse energie- en klimaatplan eruit?
28.08.2023 Matthias Vanheerentals
De Vlaamse regering bereikte in het voorjaar een akkoord over de actualisatie van het Vlaams Energie- en Klimaatplan. Om de vooropgestelde doelstelling van 40 procent reductie van broeikasgasemissies in 2030 te halen, nam de regering extra maatregelen. De maatregelen die opgenomen zijn in dit plan zullen volgens de geactualiseerde prognoses leiden tot een reductie van 39,1 procent in 2030 ten opzichte van de herrekende 2005 emissies.
De CO2-reductiedoelstelling voor Vlaanderen bedraagt 40 procent ten opzichte van de herrekende emissies van 2005 voor de sectoren die niet onder het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) vallen. Vlaanderen heeft ook concrete doelstellingen naar hoeveel stroom er tegen 2030 hernieuwbaar moet zijn.
Het ontwerp Vlaams Energie- en Klimaatplan principieel goedgekeurd in mei 2023 vermeldt als prognose tegen 2030 16.255 gigawattuur groene stroom in Vlaanderen. Als hernieuwbare energie in totaal voor Vlaanderen (elektriciteit, warmte en transport) vermeldt het plan dat tegen 2030 31.974 gigawattuur energie hernieuwbaar moet zijn.
In de periode 2024 tot 2030 wordt een verdere jaarlijkse groei ingeschat van 500 megawatt zodat in 2030 een opwekcapaciteit van zonne-energie van 8,9 gigawatt in Vlaanderen wordt bereikt. Dat is 2,2 gigawatt meer dan in 2019 in het Vlaamse regeerakkoord als doel werd vastgelegd.
Zonnepanelen en batterijcapaciteit
Tegen 30 juni 2025 zijn zonnepanelen verplicht op gebouwen waar de elektriciteitsafname hoger is dan 1 gigawattuur per jaar. Het zijn de eigenaars, erfpachters en opstalhouders van gebouwen met zo’n afnamepunt die onderworpen zijn aan de verplichting. Voor overheidsgebouwen ligt de drempel op 250 megawattuur per jaar.
De PV-verplichting geldt voor gebouwen gelegen in Vlaanderen die verbonden zijn met het elektriciteitsnet waar – vanaf 2021 – jaarlijks meer dan 1 gigawattuur elektriciteit van het net gehaald wordt. Het zijn de eigenaars, erfpachters of opstalhouders van de gebouwen verbonden met het elektriciteitsnet die aan de verplichting moeten voldoen. Hoe groter de totale dakoppervlakte, hoe meer zonnepanelen vereist zijn.
Omdat publiek organisaties een voorbeeldrol opnemen, is de verplichting strenger voor deze doelgroep. Als publieke organisaties de enige eigenaars, erfpachters of opstalhouders van de gebouwen zijn verbonden met het elektriciteitsnet, geldt de PV-verplichting al bij een afname van meer dan 250 megawattuur per jaar. Vanaf 2030 wordt de verplichting voor publieke organisaties verruimd naar gebouwen verbonden met het elektriciteitsnet waar vanaf 2026 een afname van meer dan 100 megawattuur per jaar geregistreerd wordt.
De Vlaamse overheid kan geen specifieke doelstelling geven hoeveel batterijcapaciteit er in 2030 moet staan. Dit zal afhankelijk zijn van mogelijke verdere prijsdalingen voor opslagcapaciteit en de behoefte aan opslag in de elektriciteitsmarkt. In Vlaanderen zijn er ook meer en meer initiatieven voor grootschalige projecten voor batterijopslag. Er zullen wel normen worden ingevoerd voor grote afnemers.
Windenergie
Wie sinds 1 januari 2021 nieuwe zonnepanelen in gebruik neemt op een bestaand gebouw, komt in aanmerking voor een eenmalige premie van netbeheerder Fluvius. Zowel woon- als niet-woongebouwen komen hiervoor in aanmerking.
Verder wordt er vooral veel verwacht van windenergie. Voor windenergie wordt een jaarlijkse groei voorzien van 108 megawatt in de periode 2024 tot 2030, om zo tegen 2030 een totaalvermogen van 2.642 megawatt te bereiken. Hiervoor komen geen nieuwe steunmechanismen.
De extra wind- en zonne-energie moet er vooral komen door te sleutelen aan procedures en door bepaalde verplichtingen. Zo moet het makkelijker gemaakt worden om windmolens te installeren, en moeten procedures tégen dergelijke installaties binnen negen maanden worden afgehandeld door de Raad voor Vergunningsbetwisting.
De Vlaamse regering gaat als onderdeel van die ambitie de installatie van windturbines in waardevol agrarisch gebied langs de hoogspanningsinfrastructuur opnieuw mogelijk maken, net als de plaatsing in buffergebieden in verkeerslussen en langs autosnelwegen.
Warmtenetten
Ook duurzame warmte, gekoppeld aan de inzet van biomassa en warmtenetten, ook voor hergebruik van restwarmte, vindt Vlaanderen belangrijk. Op het vlak van warmte gaat de Vlaamse regering verder met haar Warmteplan 2025, dat voorziet in een jaarlijkse groei van warmtenetten en restwarmte, maar ook in de aansluitpremie op warmtenetten voor bestaande woningen.
De invoering van een minimumaandeel hernieuwbare energie voor bestaande, grote, niet-residentiële gebouwen draagt daar ook aan bij. Voor wat betreft geleverde warmte via warmtenetten heeft Vlaanderen een streefcijfer van 2.400 gigawattuur in 2030.
Sinds 1 januari 2023 kunnen warmteafnemers die willen aansluiten op een warmtenet een aansluitpremie warmtenetten kunnen aanvragen. Deze aansluitpremie is aanvullend op de steun die gegeven wordt in de call groene warmte, restwarmte en energie-efficiënte stadsverwarming.
Warmtepompen
Nieuwe maatregelen zullen ook voor extra warmtepompen zorgen. De plaatsing van een warmtepomp in nieuwbouw zal vermoedelijk sterk toenemen door een aantal maatregelen van de Vlaamse Regering.
Daarnaast worden hogere premies voorzien voor de installatie van (hybride) warmtepompen in bestaande woningen. Door deze bijkomende maatregelen wordt verwacht dat het aantal bijkomende warmtepompen (exclusief lucht-lucht-warmtepompen) jaarlijks toeneemt van circa 11.100 in 2021 tot 42.750 in 2030.
Voor wat betreft het aantal geïnstalleerde lucht-water- en bodem-water-warmtepompen per jaar heeft Vlaanderen hetzelfde streefcijfer van 42.750 tegen 2030. Er komen meer premies voor warmtepompen tot en met 2025.
Ook lucht-lucht-warmtepompen worden in rekening gebracht volgens de bepalingen van de Europese richtlijn hernieuwbare energie. Er wordt vanaf 2023 rekening gehouden met 50.000 bijkomende installaties per jaar. Daarnaast wordt ook een geleidelijke toename van de jaarlijkse vervangingen van elektrische warmwaterboilers door warmtepompboilers in rekening gebracht van 5.400 in 2022 tot 10.000 in 2030.
Waterstof
In Vlaanderen is al redelijk wat kennis en expertise opgebouwd rond waterstof, zowel in de industrie als aan de kennisinstellingen. Vlaanderen heeft de ambitie om Europese koploper te worden inzake waterstoftechnologie.
Deze ambitie gaat over een koploperspositie in de technologische ontwikkeling en de strategische technologieproductie in de brede waardeketen van waterstof: zowel voor de synthese, distributie, opslag, en het gebruik van waterstof in verschillende duurzame toepassingen. Naast de focus op innovatie en onderzoek om waterstoftechnologie te ondersteunen, is het ook de bedoeling om waterstof echt uit te rollen in ons Vlaams ecosysteem.