Just energy essays: meer dan ‘gewoon’ energiebeleid

19.04.2023 Anne Agterbos

Just energy essays: meer dan ‘gewoon’ energiebeleid

In het licht van de energiecrisis organiseerde de Universiteit Utrecht in samenwerking met Energeia het event Just Energy Essays. Op basis van tien verschillende essays werden tijdens het evenement verschillende invalshoeken op een rechtvaardige energietransitie besproken. Voor het draagvlak voor de energietransitie is het namelijk essentieel dat mensen deze als rechtvaardig ervaren, hoe zien de pijlers van een rechtvaardige energietransitie eruit?

Vijftien experts brachten hun kijk op de energietransitie aan het licht. De gemeenschappelijke deler was dat alle experts pleitten voor rechtvaardig energie- en klimaatbeleid. Aan de hand van een aantal verschillende werkgroepen werden de visies over een rechtvaardige energietransitie besproken. Onder andere de energiearmoede, de genderkloof, verdelingsprincipes, het financiële systeem, de industrie en rechtvaardige productieketens kwamen aan bod.

Energiearmoede
TNO-onderzoekers Peter Mulder en Koen Straver richten hun blikken op energiearmoede: Wat is er nodig om de energietransitie (financieel) haalbaar te maken voor de Nederlanders die het minder breed hebben? Mulder is van mening dat de energietransitie van bovenaf gestuurd moet worden en dat de overheid meer regie moet nemen. Als de overheid focust op het verduurzamen van de energetisch slechtste woningen  kan het tempo en de schaal omhoog.  

Daarnaast stelt Mulder dat energiearmoede geen betalingsprobleem is maar een isolatieprobleem. Bij hoge energieprijzen is isolatie in veel gevallen rendabel. Maar hierbij treedt een organisatorisch probleem op: woningcorporaties zijn aan zet als huurbazen van de meeste energiearme huishoudens. Maar woningcorporaties blijven huizen met energielabel F en G verhuren, en het aandeel van deze woningen daalt te langzaam.

Lees ook: een inclusieve energietransitie: alle Nederlanders aan de hernieuwbare energie

Genderkloof
Mariëlle Feenstra, wetenschappelijk directeur bij 75inQ, sprak zich uit over de genderkloof in de energietransitie. Volgens Feenstra hebben vrouwen meer te maken met energiearmoede dan mannen. Tegelijkertijd is de vertegenwoordiging van vrouwen in de bestuurskamer maar 4 procent.

Volgens Feenstra staan we voor een maatschappelijke opgave: We moeten diversiteit erkennen en de groeiende ongelijkheid in toegang tot betaalbare duurzame energie aanpakken. Hoe? Enerzijds moet de diversiteit in de samenleving beter worden gereflecteerd in de bestuurskamer. Anderzijds roept Feenstra vrouwen op om een technische opleiding te doen, “door diversiteit van werkenden in de energiesector krijgen we een meer vraaggerichte energietransitie”.

Compenseren
Marc Davidson, milieufilosoof en ethicus aan de Radboud Universiteit, sprak zich uit over de valkuilen van klimaatrechtvaardigheid. Volgens hem moet er niet “blind worden gestaard op procedurele rechtvaardigheid, maar moeten mensen worden gecompenseerd”.

Volgens Davidson liggen de kosten van de energietransitie lager dan de kosten van klimaatverandering. Sommige mensen ervaren meer hinder van maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan, volgens Davidson moeten deze mensen worden gecompenseerd. Daarnaast moeten mensen die slachtoffer zijn van klimaatschade en mensen die de kosten van de energietransitie dragen worden gecompenseerd. De kosten hiervan moeten de vervuilers betalen volgens Davidson, “als je meer verbruikt moet je daar de rekening van betalen”.

Verdelingsprincipes
Annick de Vries (projectcoördinator Klimaat bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)), Suzanne Hulscher (raadslid bij WRR) en Victor Toom (wetenschappelijk medewerker bij WRR) schreven een essay over klimaatrechtvaardigheid. Volgens hen valt er daadwerkelijk iets te kiezen bij het verdelen van de klimaatkosten. Er zijn verschillende wegen te bezeilen: betalen de kapitaal krachtige of de grootste vervuilers de rekening, of betaald iedereen even veel?

Wat voor de één rechtvaardig is, is niet perse rechtvaardig voor de ander. De onderzoekers stellen de vraag hoe CO2 uitstoot beprijsd kan worden, en in hoeverre subsidies kunnen bijdragen aan een rechtvaardige transitie. “Weloverwogen nadenken over de rechtvaardigheid van de verdeling van klimaatkosten, zoals de benodigde investeringen voor de energietransitie, is hard nodig. Klimaatbeleid, evenals klimaatverandering, gaat iedereen aan en zal ook iedereen gaan raken.”

Financieel systeem
Friedemann Polzin, universitair hoofddocent ondernemerschap aan de Universiteit Utrecht, schreef over de rol van de financiële wereld in de energietransitie, en wat blijkt: deze is niet neutraal. Volgens Polzin legt de financiële wereld regels en principes op, waar vooral grote partijen van profiteren.

Een rechtvaardige energietransitie vraagt volgens Polzin om een verandering van het financiële systeem, waar vooral burgers en kleine initiatieven van moeten kunnen profiteren. “Het vergroten van financieringsdiversiteit kan leiden tot meer participatie van meer partijen, waardoor het indirect bijdraagt aan een inclusievere energietransitie.”

Industrie
Het Parijsakkoord is volgens Gert Jan Kramer (hoogleraar duurzame energievoorziening aan de Universiteit Utrecht) en Sanne Akerboom (directeur van The Sustainable Industry Lab (SIL)) een halve belofte, er moeten naast afspraken over emissiereductie ook afspraken over de productie van groene energie worden gemaakt. De onderzoekers stelde daarom de vraag: “Hebben we dat allemaal wel nodig?”

Volgens de onderzoekers is een technocratische marktbeweging nodig, waar innovaties zoals de productie van waterstof bij kunnen dragen aan een groene toekomst, maar wel op lokaal niveau. Daarnaast vraagt een groene industrie om meer regelgeving vanuit Europa én zou het terugdringen van consumptie ook een steentje bij dragen.  

Productieketens
Nikkie Wiegink, universitair hoofddocent bij de afdeling culturele antropologie, opende tijdens het evenement het internationale debat: wat is de impact van onze energieconsumptie op andere landen? Ze noemde hierbij het voorbeeld van de impact van grondstofwinning voor batterijen op mens en milieu, en benadrukte daarin de ongelijkheid van de impact tussen landen. Volgens Wiegink is het voor een rechtvaardige energietransitie cruciaal om productieketens eerlijker te maken.

Stemlozen
“Hoe kunnen we luisteren naar de stem die niet kan spreken”, vragen Lot Elshuis ( beleidsmedewerker aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat) en Albert Faber (staflid voor het secretariaat van de Wetenschappelijke Klimaatraad)  zich in hun essay af. Volgens de onderzoekers zijn er meer dan alleen menselijke belangen in de weg naar een rechtvaardige transitie.

Het uitgangspunt moet zijn dat we planten, dieren, microben en dingen niet zien als object van ons handelen, maar als integraal onderdeel van onze samenleving. Voor een rechtvaardig energietransitie pleiten de onderzoekers voor de betrokkenheid van niet menselijk belangen en van de belangen van toekomstige generaties.

Vervolgstappen
Om de uiteenlopende perspectieven tot één beleid te vormen moet verkokering van de denkbeelden worden voorkomen. Er wordt gesproken over gezamenlijk denken aan verschillende oplossing. De conclusie van de dag was dan ook: zoek verbinding op en houdt deze vast.