KIFLIN doorbreekt het kip-en-ei-probleem van energieflexibiliteit

08.09.2025 Gijs de Koning

KIFLIN doorbreekt het kip-en-ei-probleem van energieflexibiliteit

De wereld van duurzame-energieoplossingen verandert snel. Waar het twee jaar geleden nog voldoende was om zonnepanelen aan te schaffen en via de salderingsregeling gebruik te maken van de goedkope energie, verschuift de verantwoordelijkheid van het managen van de energiestromen steeds meer naar de consument. Energie Management Systemen (EMS’en) kunnen daarbij helpen, maar zijn zich ondertussen ook volop aan het ontwikkelen.

TNO, SEITA en Itho Daalderop werken samen in het KIFLIN project om er voor te zorgen dat zowel consumenten als fabrikanten toegang hebben tot de beste oplossing om alle duurzame-energieapparaten te laten communiceren en samen te laten werken.

“KIFLIN is opgezet om een oplossing te zoeken voor het probleem dat iedereen de waarde van energieflexibiliteit ziet, maar dat het in de praktijk niet van de grond komt,” legt Jorrit Nutma, onderzoeker energieflexibiliteit bij TNO, uit. “Je hebt apparaten nodig die flexibiliteit kunnen bieden, én EMS’en die bepalen hoe de energieflexibiliteit wordt benut. Als het één ontbreekt, komt het ander ook niet van de grond. Ze moeten een taal leren om met elkaar die praten, maar wie leert die nieuwe taal eerst? Dat is het kip-en-ei-probleem waar we mee te maken hebben. Met KIFLIN brengen we beide kanten bij elkaar in één project, gebaseerd op het S2-protocol.”

Het S2-protocol is een officiële Europese communicatiestandaard voor energieflexibiliteit. In het protocol staat beschreven wat apparaten met een EMS moeten communiceren met betrekking tot hun energiegebruik, opwek en opslag, en de flexibiliteit die binnen de grenzen van gebruikersvoorkeuren en apparaatbeperkingen aanwezig is. Op basis daarvan kan een EMS vervolgens zijn beslissingen maken.

Nutma: “Het doel van KIFLIN is een volwassen implementatie te maken die gebaseerd is op het S2-protocol, waarin zowel de apparaat-kant als de EMS-kant vertegenwoordigd is. Dus vandaar Itho Daalderop aan de apparaat kant, SEITA aan de EMS-kant.”

De afkorting KIFLIN staat overigens voor Kickstart Flex Interoperability.

Volwassen worden en implementatie
Volgens Nicolas Höning, mede-oprichter van softwarebedrijf SEITA, is de volgende stap het volwassen maken van de technologie. “We hebben al veel proof of concepts gezien, maar nu gaat het om echte implementaties. Dat betekent onder andere veilige communicatie, goede documentatie en gebruiksvriendelijke software. In KIFLIN hebben we bijvoorbeeld een security handshake ontwikkeld tussen apparaten en EMS’en. Dat maakt het protocol direct bruikbaar in de praktijk.”

SEITA levert binnen het project een open source EMS, waarmee ook andere partijen kunnen leren hoe S2 in de praktijk werkt. Höning: “We schrijven ook tutorials, zodat een developer of fabrikant zelf kan ervaren hoe je een S2-systeem opzet. Daarmee hopen we de drempel te verlagen.”

Frank de Winkel, innovation manager bij Itho Daalderop, vertelt dat het project nu in de friendly user testfase zit, waarbij bestaande warmtepompen bij consumenten thuis worden aangestuurd via het S2-protocol. De resultaten moeten laten zien dat de S2 implementatie van Itho Daalderop en Seita volwassen begint te worden.

“Onze warmtepompen die we aansturen in dit project hebben allemaal een cloud verbinding. Dus die zijn online. We kunnen gewoon via die online route en een online versie van het EMS die producten aansturen. Hierbij is het eerste doel om in ieder geval het moment dat de warmtepomp aan gaat, dus het moment waarop warm tapwater wordt gegeneerd, dat we dat gaan bepalen met het EMS. Op deze manier wordt er energieflexibiliteit aangebracht”, legt de Winkel uit.

Brede compatibiliteit
Interoperabiliteit, apparaten die ongeacht merk of type met elkaar kunnen praten, staat centraal in KIFLIN. Nutma: “We willen dat een EMS via S2 kan communiceren met apparaten van verschillende fabrikanten. Dat is cruciaal voor opschaling, want geen consument koopt al zijn apparatuur van één merk.”

De Winkel benadrukt dat ook voor fabrikanten dit belangrijk is: “Het is voor ons niet logisch om zelf de rol van interoperabiliteit op te pakken. Maar we weten dat flexibiliteit eraan komt en dat we er iets mee moeten. S2 is een goede manier om ervaring op te doen en lessen te leren.”

Waarom KIFLIN belangrijk is
Het project eindigt dit jaar, maar de betrokkenen zien het als een startpunt. “We hopen dat een voorbeeld van adoptie leidt tot meer adoptie,” zegt Höning. “Als we laten zien dat S2 werkt in de praktijk, dan volgen anderen vanzelf.”

De Winkel ziet vooral de waarde in de kennis die het oplevert: “Het gaat verder dan alleen een protocol. Het dwingt ons na te denken over welke data onze producten moeten genereren en hoe ze slim kunnen omgaan met energie. Dat is ontzettend waardevol.”

Met KIFLIN zetten TNO, SEITA en Itho Daalderop een belangrijke stap richting een toekomst waarin apparaten onafhankelijk van merk of fabrikant samenwerken. Het project laat zien dat het S2-protocol niet alleen een papieren standaard is, maar ook in de praktijk werkt. Daarmee doorbreekt KIFLIN het kip-en-ei-probleem en legt het de basis voor echte energieflexibiliteit in huishoudens.