Omgevingspsychologie: zo zetten burgers hun groenste beentje voor

04.12.2023 Anne Agterbos

Omgevingspsychologie: zo zetten burgers hun groenste beentje voor
©Marian Brenters | Zonnepark de Grift

Klimaatverandering vormt een steeds grotere dreiging voor de mens. Het gedrag van de mens zorgt ervoor dat de aarde steeds warmer wordt, en het is ook ons gedrag wat ons uit deze situatie kan helpen. De vraag is alleen hoe gedragsverandering tot stand komt, want zonder acceptatie en aanpassing van burgers komt de energietransitie niet van de grond.

Het begrijpen van menselijk gedrag en percepties zijn van essentieel belang voor het succes van de energietransitie. Het draagvlak voor duurzaamheid is er, maar wat motiveert burgers om milieuvriendelijker te leven? Omgevingspsychologie biedt in dit opzicht waardevolle inzichten omdat het zich richt op de relatie tussen de mens en zijn omgeving, hoe mensen deze ervaren en hoe ze beslissingen nemen met betrekking tot hun gedrag in een bepaalde omgeving.

Informeren
Volgens de omgevingspsychologie zijn er verschillende factoren die gedragsverandering beïnvloeden, zoals sociale normen, gewoonten en de manier waarop informatie wordt gepresenteerd. Toch blijken in de praktijk informatiecampagnes weinig invloed te hebben. Mensen weten bijvoorbeeld vaak wel hoe ze hun huis kunnen verduurzamen, maar er zitten externe factoren zoals financiële barrières in de weg om daadwerkelijk de stap te maken.

Hoe kan communicatie wel op een positieve manier bijdragen aan een actieve houding van de burger omtrent klimaatbeleid? De standaard regel in omgevingspsychologie is dat communicatie moet aansluiten bij de attitude van de doelgroep: op deze manier kan effectieve communicatie zorgen voor bewustwording en betrokkenheid.

In een interview met de TU Delft geeft Gerdien de Vries, klimaatpsycholoog aan de TU Delft, het voorbeeld van subsidie aanvraag: “De overheid kan burgers helpen bij gedragsveranderingen. Maar soms is een middel zo complex, dat mensen afhaken. Denk aan een subsidieaanvraag voor zonnepanelen. Door net als bij belastingformulieren bepaalde gegevens automatisch in te vullen, bijvoorbeeld over energieverbruik, maak je een aanvraag eenvoudiger en minder tijdrovend.”

Accepteren
Er wordt van burgers verwacht dat zij duurzame technologieën accepteren, maar hiervoor moeten beleidsmakers de percepties van de burger tegenover bijvoorbeeld zonne-energie wel begrijpen. “Aan gedragsverandering zit niet alleen een psychologische, maar ook een technologische, financiële en bestuurskundige kant. Wil je bijvoorbeeld de energievoorziening vergroenen, dan moet dat technisch en financieel haalbaar zijn, maar er moet ook draagvlak zijn vanuit de politiek en burgers”, aldus De Vries.

De energietransitie vraagt om veel veranderlijk vermogen. Uit onderzoeken blijkt dan ook dat acceptatie van burgers hoger is als je mensen betrekt bij de besluitvorming, en hun zorgen serieus neemt. In een interview met Follow The Money laat Linda Steg, omgevingspsycholoog aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), weten dat burgerparticipatie steeds vaker wordt toegepast maar dat er vaak een uitkomst is bedacht voordat burgers hun input hebben mogen geven. Dat is “funest” volgens de onderzoeker.

Voor alles een burgerberaad optuigen is echter duur en veel mensen willen ook niet altijd zelf aan de knoppen zitten, blijkt uit onderzoek van Steg. Volgens Steg kun je wel vragen welke voorwaarden moeten worden vervuld zodat burgers zo’n transitie acceptabel vinden en eraan willen meewerken. 

Gedragsverandering
Volgens het meest recente rapport van de Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) zijn er drie aspecten die gedrag omtrent klimaat beïnvloeden. Ten eerste moet een individu geloven dat een maatregel effectief is en dat ze kundig genoeg zijn om een maatregel te implementeren. Daarnaast zijn socioculturele normen van invloed op gedrag: dat wil zeggen dat wanneer een individu meer duurzame normen meekrijgt vanuit zijn omgeving dat deze persoon ook eerder duurzaam handelt.

“Onderzoek laat zien dat angst mensen volledig kan lamslaan als er geen aandacht wordt besteed aan wat ze zelf kunnen doen om de risico’s te verminderen. Het is dus belangrijk om aan te geven welke acties zij zelf kunnen ondernemen”, laat Steg weten aan de RUG.

De Vries vertelt dat je als beleidsmaker hierin niet te hard van stapel moet lopen, en dat je mensen niet keer op keer van alles moet opleggen. De overheid kan echter wel helpen om stapje voor stapje burgers op weg te helpen zonder dat iets te veel gedoe kost. Zo kan je bijvoorbeeld beginnen met radiatorfolie en water besparen tijdens het douchen

Ruimtelijke omgeving
Mensen zijn op grote en kleine schaal gevoelig voor hun omgeving. Het is moeilijk het braafste jongetje van de klas te zijn als anderen zich niet aanpassen, aldus de Vries. Dat betekent dus andersom ook dat mensen meer bereid zijn milieubewuste keuzes te maken als haar omgeving dat ook doet. Wanneer op openbare plekken meer duurzame initiatieven worden geïmplementeerd zullen mensen dus ook hun gedrag hierop aanpassen, mits deze initiatieven in samenspraak met de burger worden ingezet.