Op The Green Village testen bewoners duurzame innovaties van de toekomst

03.10.2023 Brendan Hadden

Op The Green Village testen bewoners duurzame innovaties van de toekomst
©The Green Village

Op een klein deel van de TU Delft Campus woont een handjevol mensen die de energietransitie een paar jaar eerder dan de rest van Nederland meemaken. The Green Village in Delft is een terrein speciaal ingericht voor innovatieve partijen om ideeën uit te testen die nog niet klaar zijn voor de markt. Maar wat het bijzonder maakt zijn de bewoners, die alle innovaties van waardevolle feedback voorzien voordat ze gaan opschalen.

“Iedereen die een duurzame innovatie voor een woning, straat of wijk in de praktijk wil testen is hier welkom”, vertelt Lidewij van Trigt, projectmanager Energietransitie bij The Green Village. “We noemen onszelf ‘fieldlab’, maar de woorden ‘proeftuin’ en ‘openluchtlaboratorium’ worden ook wel gebruikt.”

In de kern is The Green Village een stichting met een regelluw terrein en veel nuttige voorzieningen. Dat betekent dat iedereen tegen een vergoeding hun innovatieve idee mag komen testen in een omgeving waar minder strenge regels gelden. “Als het gaat over duurzaamheid in de gebouwde omgeving, want dat is waar wij ons toe beperken”, voegt Van Trigt toe. The Green Village heeft daarbinnen drie thema’s: duurzaam bouwen en renoveren, toekomstig energiesysteem en de klimaatadaptieve stad.

Wat The Green Village onderscheidt van andere fieldlabs is dat dit laboratorium bewoond is. “We hebben hier een echt dorp, echte huizen, en echte mensen die hier wonen”, vertelt Van Trigt. “Zij gebruiken de innovaties en testen ze. Ze vinden er iets van, en ze geven gebruikersfeedback. Dat maakt het heel bijzonder.”

De innovaties op het terrein komen in alle soorten en maten, van de volledig recyclebare glazen brug waar je het terrein over binnenloopt, tot het huis dat in 2021 als eerste in Europa met waterstof werd verwarmd. Solar365 kreeg een rondleiding – iedereen is welkom om bij The Green Village te komen kijken – en zag met eigen ogen hoe de stichting op de TU Delft Campus een innovatieve omgeving creëert.

Het Co-Creation Centre, het evenementencentrum op The Green Village

It takes a village
It takes a village, to raise a child’, luidt de bekende Engelse uitdrukking. In Delft zou je ‘child’ met ‘technology’ kunnen vervangen, en een aardig motto overhouden voor hoe ze bij The Green Village met innovatie omgaan.

Tijdens de rondleiding benadrukt Van Trigt herhaaldelijk dat – naast de regelluwe status – de bewoners hetgeen zijn wat The Green Village onderscheidt en bijzonder maakt. Op het terrein staan verschillende woningen, waaronder een set modulaire woningen voor studenten, een rijtje met drie nagebouwde jaren ’70 woningen, en een losstaande jaren ’50 woning. Iedereen is welkom om in de huizen van The Green Village te wonen – al zijn het uiteindelijk wel vaak mensen die iets hebben met duurzaamheid.

De feedback die partijen krijgen van bewoners is voor veel enorm waardevol. Niet alleen krijg je te horen of je innovatie (prettig) werkt of niet, maar je leert ook waardevolle lessen over hoe je erover moet communiceren naar de mensen die ermee te maken krijgen.

Van Trigt noemt als voorbeeld het project van H2@Home, dat in november 2021 als eerste in Europa een huis met waterstof verwarmde. Bij aardgasleidingen is het normaal dat er een heel klein beetje lekt, door te ‘zweten’ uit de leidingen. Zo ook bij waterstof, dus dit moest nauwkeurig gemonitord worden met sensoren door de hele woning.

“Dan moet je dat wel aan de bewoner kunnen uitleggen”, aldus Van Trigt. “Dat is meteen een hele goede test: als het je lukt om het uit te leggen op een manier dat de bewoner zich er goed bij voelt, dan zit het goed.”

Al met al werken de meeste bewoners volgens Van Trigt graag mee. Af en toe kunnen ze een verzoek krijgen van een partij die iets wil testen, bijvoorbeeld als een batterij-ontwikkelaar de piekvraag wil testen door de bewoners al hun apparaten tegelijk aan te laten zetten. Verder betalen ze volgens Van Trigt normale tarieven voor sociale woningen, en als fijne bijkomstigheid zit energie in de huur inbegrepen. Van Trigt: “Daar hebben ze de laatste paar jaar wel plezier van gehad.”

©The Green Village | Het Hitteplein, waar wordt geëxperimenteerd met innovaties tegen hittestress in de stad

Regelluw gebied
Een andere troef van The Green Village is dat het een speciale status heeft op het gebied van regelgeving. Volgens Van Trigt is het een zogeheten ‘regelluw’ gebied, maar wat betekent dit precies?

Van Trigt: “Dat betekent dat als het veilig kan, het hier al snel mag. Partijen met innovaties hoeven zich dus niet aan het volledige Bouwbesluit te houden.”

“Wij vallen onder de Crisis en een herstelwet. Dat is een wet die bedacht is om het herstel na de Tweede Wereldoorlog mogelijk te maken en dus sneller te kunnen bouwen. Maar op een gegeven moment is het ministerie de wet ook gaan inzetten voor innovatieprojecten.”

Een goed voorbeeld van hoe dit werkt is het rijtje met jaren ’70 huizen – DreamHûzen, naar het Fries voor droomhuis – dat op het terrein van The Green Village staat. Deze woningen hebben energielabels B en C en hadden dus volgens de huidige richtlijnen niet meer mogen worden gebouwd. Toch is er enorm veel te winnen met onderzoek naar deze woningen: van de acht miljoen woningen in Nederland zijn 3,4 miljoen rijtjeshuizen, waarvan ongeveer 1,3 miljoen tussen 1965 en 1985 zijn gebouwd. WoonFriesland, Bouwgroep Dijkstra Draisma en De Bewonersraad Friesland wilden met The Green Village samenwerken om te onderzoeken hoe je dit soort woningen op een betaalbare manier kunt verduurzamen.

Op het terrein van The Green Village konden de huizen wel worden gebouwd, en kunnen partijen hun innovatieve ideeën om de bestaande woningvoorraad te verduurzamen in de praktijk testen. Zo is een slimme warmtebatterij genaamd Borg in een DreamHûs getest en wordt het nu toegepast in een woning van WoonFriesland. Zo ook de Flatmate, een ‘plug & play’ warmtewisselaar voor in de douche, die de gebruiker warmte uit het douchewater laat terugwinnen en tot 40 procent op energieverbruik voor de douche laat besparen.

Een ander regeltechnisch voordeel is dat The Green Village een milieuvergunning voor het hele terrein heeft. Ondernemers kunnen hierdoor complexe en langdurige trajecten overslaan, omdat ze kunnen gebruik maken van de vergunning die al voor het terrein geldt.

©The Green Village | Dreamhûs, de jaren '70-woningen op het terrein van The Green Village

Alles erop en eraan
Als je technologie aan het testen bent in de praktijk kunnen hele specifieke omstandigheden van groot belang zijn voor de resultaten. Bij The Green Village proberen ze om die reden een zo divers mogelijke set aan voorzieningen en faciliteiten aan te bieden, die gebruikers op basis van de test die ze willen uitvoeren helemaal kunnen aanpassen aan hun behoeftes.

Zo heeft The Green Village verschillende energievoorzieningen ter beschikking. “We hebben hier een warmtenet, een waterstofnet, en gelijkspanningsinfrastructuur”, vertelt Van Trigt. “Je kan hier onderzoek doen naar al die energiedragers, of naar het geheel. Je kan dus kijken naar een energiesysteem waarbij alles samenwerkt, en hoe je dat aanstuurt. Dat is weer heel interessant voor wetenschappers of andere partijen die energiemanagementsystemen ontwikkelen.”

Naast verschillende energiedragers heeft The Green Village ook een eigen dataplatform waar ze zoveel mogelijk data beschikbaar stellen die op het terrein wordt verzameld. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de productie van duurzame energie, het energieverbruik van laadpalen, het grondwaterpeil en gedetailleerde weerdata. Van Trigt: “We ontsluiten die data naar een platform en stellen het beschikbaar aan projecten en wetenschappers. Voor sommige partijen is dat de reden om hier te komen testen.”

“Alle faciliteiten en infrastructuur die we hier hebben kun je gebruiken”, vertelt Van Trigt. “Zo is er voor iedereen hier op het terrein een andere reden om bij ons te komen.”

Prêt-à-Loger, een woning uit de jaren '50 waarop een glazen 'second skin' structuur is getest

Groene gemeenschap
Bij een groen dorp hoort een groene gemeenschap. Die gemeenschap is volgens Van Trigt een belangrijke functie van The Green Village, waar niet alleen collega-verduurzamers komen maar ook veel bezoekers die de innovaties willen zien.

“Woningcorporaties komen hier bijvoorbeeld regelmatig kijken wat er allemaal op de markt is”, vertelt Van Trigt. “Of er iets is wat zij willen toepassen in hun woningen. Wij brengen die partijen dan bij elkaar en dan kunnen ondernemers hun oplossingen aan de woningcorporaties pitchen. Dat is erg leuk en interessant.”

Van Trigt ziet het faciliteren van dit soort ontmoetingen ook als een belangrijk deel van haar werk. Zo noemt ze het voorbeeld van een jonge ondernemer die gebouwen wil verwarmen met brandstofcellen op waterstof:

“Best wel ambitieus, maar wel inhoudelijk een heel goed idee. Zo’n ondernemer probeer ik dan te helpen door hem bedrijven in contact te brengen die potentiële klanten zouden kunnen zijn. Maar ook bijvoorbeeld met wetenschappers van de TU Delft, die met een onderzoeksproject bezig zijn. Zo proberen we te bedenken waar zo’n partij behoefte aan zou kunnen hebben.”

Al met al hoopt Van Trigt dat The Green Village op deze manier meer bijdraagt dan alleen individuele ondernemers verder op weg helpen. “Het is de plek voor ontmoetingen”, vertelt ze. “Waar partijen elkaar vinden en samen leren over hoe de duurzame transitie moet plaatsvinden.