Overheidsbeleid kan zonnesector een boost geven, maar ook zelfstandig kan de sector blijven groeien
13.03.2025 Evelien Schreurs

In Europa is Nederland nog steeds koploper wat betreft capaciteit aan zonnestroom per hoofd van de bevolking. Ook het afgelopen jaar bleef het aantal installaties groeien, al was die toename wel lager dan voorgaande jaren. In de sector is dan ook veel gebeurd: er werd definitief besloten dat de salderingsregeling per 2027 komt te vervallen, terugleverkosten werden hoger en flexibel omgaan met elektriciteit werd belangrijker. Wat kunnen we leren van buurlanden waar eerder stimuleringsregelingen voor zonnepanelen werden stopgezet? Welk beleid kan de zonne-sector verder helpen? En waar liggen de kansen voor verdere uitrol van de zonnepalen?
In 2024 werd er 3,4 gigawattpiek aan zonnestroom geïnstalleerd, in 2023 was dat nog 4,8 gigawattpiek. De energieprijzen zijn niet meer zo hoog als ze tijdens de energiecrisis waren en er is meer onzekerheid over terugverdientijden van zonnepanelen, onder andere door toenemende terugleverkosten.
Eigenaren van zonnepanelen betalen steeds vaker terugleverkosten over de zonnestroom die zij aan het net leveren. Energieleveranciers rekenen die kosten omdat de enorme hoeveelheid zonnestroom die wordt opgewekt, ook kosten brengen voor de leveranciers. Eerder concludeerde de Autoriteit Consument & Markt (ACM) dat de huidige tarieven redelijk zijn. In sommige gevallen betalen eigenaren van zonnepanelen meer terugleverkosten dan zij aan terugleververgoeding ontvangen, ook na salderen. Daar doet de ACM nog nader onderzoek naar. Het lijkt hierbij wel vooral te gaan om huishoudens die zeer veel elektriciteit terugleveren in verhouding tot de hoeveelheid stroom die ze zelf gebruiken.
Dit jaar concludeerde de ACM ook dat de extra kosten die energieleveranciers maken voor huishoudens met zonnepanelen, in modelcontracten niet mogen worden doorberekend via de terugleverkosten. Modelcontracten zijn namelijk bedoeld om de vergelijkbaarheid van contracten tussen energieleveranciers te vergroten en het biedt consumenten de mogelijkheid om altijd een energiecontract af te kunnen sluiten.
Veel energieleveranciers hebben daarom in de modelcontracten het vastrecht (de vaste leveringskosten per maand) verhoogd, waardoor zowel klanten met als zonder zonnepanelen meer betalen voor een modelcontract. De voorwaarden en tarieven voor modelcontracten worden daarom ook nader onderzocht door de ACM.
Einde van het salderings-tijdperk in zicht
Ook het afschaffen van de salderingsregeling heeft het afgelopen jaar een hoop onzekerheid gebracht. Dat de salderingsregeling een tijdelijke stimuleringsmaatregel was, was al duidelijk toen de subsidie werd geïntroduceerd. De onzekerheid zat hem in de discussie over per wanneer de regeling zou worden afgeschaft en of deze volgens het oorspronkelijke plan in stappen zou worden afgebouwd, of in één keer zal worden stopgezet.
Dat zegt ook Nold Jaeger, hoofd beleid bij branchevereniging Holland Solar. Hij vindt het zonde hoe het proces rondom de salderingsregeling verlopen is en zegt dat de sector slachtoffer is geworden van een ‘politieke flipperkast’. Holland Solar is niet tegen het stopzetten van de salderingsregeling, maar heeft wel altijd benadrukt dat deze stapsgewijs afgebouwd moet worden.
Jaeger: “Partijen gaven in de Eerste Kamer aan dat afschaffen geen optie was voor Nederland, voor de burgers die zonnepanelen hebben en voor de installatiesector. En vervolgens zetten diezelfde partijen in het coalitieakkoord drie maanden later dat ze het wel in één keer willen afschaffen, dat is wel een behoorlijk grote verandering geweest. Je ziet ook in de markt dat het ertoe geleid heeft dat er een enorme piek aan aanvragen was en dat de mark vervolgens weer in elkaar geklapt is.”
Tegen het einde van 2024 viel het definitieve besluit: per 2027 komt de salderingsregeling in één keer te vervallen. Hoewel er dus geen afbouwregeling komt zoals velen in de sector hoopten, is het toch goed dat er nu in ieder geval duidelijkheid is, zegt Jaeger. Nu kan de sector door. Deze tussenfase is het slechtste wat de sector kan gebeuren, aldus Jaeger. Volgens hem kan de sector nu beginnen met voorbereiden op een nieuwe toekomst, bijvoorbeeld door te kijken naar de buurlanden.
Afkijken bij de buren
Een van de redenen dat Holland Solar heeft gepleit voor een stapsgewijze afbouw van de regeling, is wat er met de zonnesector in Vlaanderen is gebeurd. Daar werd de terugdraaiende teller, redelijk vergelijkbaar met desalderingsregeling, afgeschaft. Dat resulteerde in een dalend aantal installaties van zonnepanelen.
In de cijfers is dan ook een solarcoaster te zien, zegt Wannes Demarcke, beleidsexpert PV bij Organisatie Duurzame Energie in Vlaanderen. Hij laat zien dat het aantal zonne-installaties op huishoudens geleidelijk toenam en een grote piek kende in 2020. Wie tot eind 2020 zonnepanelen plaatste, mocht namelijk gebruik maken van de terugdraaiende teller, legt Demarcke uit.
Vanaf 2019 kregen alle nieuwe eigenaren, en een deel van de bestaande eigenaren, van zonnepanelen in Vlaanderen een digitale meter. Daarbij was de belofte dat deze geen impact zou hebben op de terugdraaiende teller. Het Grondwettelijk Hof van België oordeelde begin 2021 echter dat iedereen die al een digitale meter had, toch niet meer mocht terugdraaien. Vervolgens was er dan ook een daling te zien in het nieuw geïnstalleerde zonnevermogen van dat jaar. Maar in 2022 en 2023 begonnen de cijfers weer toe te nemen, in lijn met de groei die tot en met 2019 te zien was.
Volgens Demarcke is een belangrijk verschil tussen de Vlaamse en de Nederlandse situatie dat de salderingsregeling in Nederland in één keer wordt stopgezet. “Die overgang bij jullie lijkt mij heel bruusk. Bij ons was dat verschil in terugverdientijd niet zo groot. Het prosumenten-tarief, een nettarief op basis van het omvormervermogen, viel weg, je kon geïnjecteerde stroom verkopen aan een leverancier en er waren ook een aantal premies. Voor bestaande prosumenten werd een ‘retro-actieve premie’ ingevoerd om het resterende verschil te compenseren. En voor nieuwe installatie was er een ook een premie, die gedurende twee jaar stelselmatig afgebouwd werd.”
Bovendien moeten we in Nederland nog twee jaar wachten tot het einde van de salderingsregeling er echt is. Voor de terugverdientijd van zonnepanelen is dat voordelig, maar volgens Demarcke zou het ook voordelen hebben als die aanlooptijd wat korter zou zijn.
Een overgangsperiode zorgt voor turbulentie, zegt hij. In Vlaanderen bleven mensen bijvoorbeeld de terugdraaiende teller vergelijken met het nieuwe systeem. “Pas toen mensen zich voornamelijk gingen focussen op het nieuwe systeem, begonnen de verkopen weer aan te trekken. Dus dat is denk ik in het nadeel voor jullie. Dat je eigenlijk nog twee jaar hebt dat je blijft discussiëren over salderen, wat misschien juist meer een impact heeft op de markt.”
Dat de Vlaamse zonnesector zich na een terugval in de installatiecijfers weer herpakte, komt volgens Demarcke ook door twee premies die hielpen het eigen gebruik van zonne energie te stimuleren. Dat ging om de batterijpremie, die de aanschaf van thuisbatterijen aantrekkelijker maakte. En om de premie ‘sturing elektrische warmte’, die stimuleerde om elektrische verwarming (zoals boilers en warmtepompen) zoveel mogelijk te gebruiken wanneer er zonnestroom beschikbaar is.
“Al met al is die impact dus beperkt gebleven door die ondersteuning van die batterijen en door in te zetten op sturing”, zegt Demarcke. Het verhogen van het eigen gebruik, bijvoorbeeld met een elektrische auto, een batterij of een boiler, worden namelijk een stuk interessanter wanneer eigen gebruik belangrijker wordt.
Een dergelijke situatie, een terugval van de markt die zich later weer herstelt, is misschien ook te verwachten voor Nederland na het afschaffen van de salderingsregeling, verwacht ook Jaeger. “Het positieve wat je wel ziet aan de Vlaamse markt is dat de markt wel wat gekalmeerd en gezonder is geworden. Ik denk dat we daar ook nu met zijn allen naartoe moeten werken, dat het wat minder oververhit is. Dat is waarom Holland Solar ook hartstochtelijk pleit voor een ‘flexbonus’, eigenlijk een vergelijkbare richting die België en Duitsland al lang op zijn gegaan."
In Duitsland was er lange tijd een riante terugleververgoeding voor zonne-energie. Dat zorgde voor enorm veel installaties van zonnepanelen, maar deze subsidiëring was net als de salderingsregeling niet houdbaar op de lange termijn. Die terugleververgoeding is sinds 2014 sterk teruggeschroefd. In Duitsland bleef de markt voor zonnepanelen groeien, ook toen de subsidieringsregelingen voor zonnepanelen kwamen te vervallen. Bij onze Oosterburen is het ook veel gebruikelijker om thuisbatterijen aan te schaffen: tussen de 50 en 60 procent van de nieuwe pv-installaties wordt samen met een thuisbatterij aangeschaft. De populariteit van thuisbatterijen in Duitsland heeft niet enkel te maken met financiële voordelen die door de overheid worden aangeboden, ook zouden Duitsers meer dan Nederlanders het voordeel zien van energieonafhankelijkheid die een batterij kan brengen.
Zonnepanelen blijven rendabel
De terugverdientijd van zonnepanelen zal na het afschaffen van de salderingsregeling toenemen. Volgens berekeningen van CE Delft zal de terugverdientijd van zonnepanelen na afschaffing van de salderingsregeling oplopen tot 12 jaar of zelfs 17 jaar, afhankelijk van de manier waarop terugleverkosten door energieleveranciers berekend zullen worden.
Die terugverdientijd is dus langer dan de terugverdientijd van 9 jaar in het geval de salderingsregeling was behouden. Maar zelfs met deze langere terugverdientijd, blijven zonnepanelen een rendabele investering. Deze terugverdientijd is namelijk nog altijd duidelijk korter dan de levensduur van zonnepanelen. Daarbij kan de terugverdientijd flink verlaagd worden door eigengebruik te verhogen.
Ook Jaeger ziet daarom juist nu het belang om de opbrengsten van zonnepanelen te blijven benadrukken. “Je energierekening wordt altijd lager als je in zonnepanelen investeert, in welk geval ook. Je moet mensen daar wel bij gaan vertellen dat ze moeten nadenken over hoeveel panelen ze neerleggen. Het kan niet zo kan zijn dat je altijd maar onbeperkt zonnestroom het net op gooit als het niks waard is, en dan juist als het veel waard is, je het zelf gaat gebruiken.”
Los van het feit dat de investering in zonnepanelen zich, eventueel over wat langere tijd, zal blijven terugverdienen, moeten ook simpelweg de doelstellingen voor hernieuwbare energie behaald worden. De doelstelling die Nederland in het Nationaal Energie en Klimaatplan opstelde is vroegtijdig behaald. Ook zal het doel van 35 terawattuur uit zon- en windparken en 7 terwattuur uit kleinere zonne energieprojecten in 2030 goed haalbaar zijn. De NECP-doelen voor 2035 en 2050 zullen echter lastiger zijn om te behalen.
Kansen in de huursector
Jaeger ziet grofweg drie groepen waar de zonnesector zich op dit moment op zou moeten richten. Ten eerste een bekende groep: woningeigenaren. Grofweg de helft van de hen heeft al zonnepanelen, maar dat betekent dat de andere helft nog een potentiële klant is.
Ten tweede noemt hij de mensen die ruim tien jaar geleden als eersten zonnepanelen installeerden. “Dat zijn mensen die voorlopers zijn geweest in de markt. Elke installateur heeft vast het lijstje nog liggen van de mensen bij wie ze geïnstalleerd hebben. Bel ze op, zeg joh mag ik eens koffie komen drinken en horen hoe jij naar de verduurzaming van je woning kijkt. Ga niet gelijk reclamefolders met thuisbatterijen door de brievenbus heen douwen, maar ga het gesprek aan. Waar hebben mensen behoefte aan?”
Ten derde noemt Jaeger de sociale huursector. Het kan ingewikkelder zijn om hier zonneprojecten te realiseren, maar er liggen ook veel kansen. Voor die groep zou Jaeger aanvullend beleid dan ook passend vinden. Deze sector loopt achter wat betreft zonnepanelen, terwijl die ze juist zo goed kan gebruiken met het oog op het verlagen van de energierekening. “Volgens mij moeten we het meer als recht voor iedereen in Nederland gaan zien dat de energietransitie, en zonnepanelen in het bijzonder, ook ervoor zorgen dat je een lagere energierekening kan krijgen. En dat betekent dat je zonnepanelen dus ook in het bereik van mensen in sociale huurwoningen moet gaan brengen.”
Kansen in de sociale huursector
Dat zegt ook Koen Tuitert, projectleider zonne-energie bij woningcorporatie Ymere. Hij vertelt dat sociale huurwoningen een achterstand hebben opgelopen door de verhuurdersheffing. Die is sinds 2023 afgeschaft, maar nu komt ook per 2027 de salderingsregeling te vervallen. Dat is oneerlijk tegenover de huurders, vindt Tuitert.
“Ik vind het vervelend voor onze huurders dat zij zien dat hun buren die een koophuis hebben, tien, vijftien jaar lang hebben kunnen salderen. En nu zijn zij aan de beurt en wordt het van ze afgepakt, en dat is natuurlijk oneerlijk tussen mensen die een koophuis en een huurhuis hebben.”
Huurders kunnen door het afschaffen van de salderingsregeling niet op dezelfde manier profiteren van zonnestroom als eigenaren van koopwoningen dat hebben gedaan. “Daar zit voor mij het grootste verschil tussen koopwoningen en huurwoningen dat wij simpelweg heel lang de middelen niet hadden om zonnepanelen te kunnen leggen.”
Momenteel zijn zonnepanelen dan ook niet erg in trek bij bewoners van sociale huurwoningen, ziet Tuitert, er is vaak meer ruimte op daken dan er behoefte is voor zonnepanelen vanuit bewoners. “De noodzaak is minder groot, de energietarieven zijn niet meer zo hoog als ze waren. Anderzijds zie je door het veranderend beleid van het rijk dat er heel veel onzekerheid zit rondom zonnepanelen, rondom salderen, wat het betekent voor de energielasten van een bewoner. En dat maakt dat bewoners heel afwachtend en veel minder enthousiast zijn om zonnepanelen te nemen en het ons veel meer moeite kost om zonnepanelen te installeren op woningen en bewoners daar enthousiast over te krijgen.”
Daarom zou het volgens Tuitert ook eerlijk zijn om huurders, na het afschaffen van de salderingsregeling, tegemoet te komen met een nieuwe regeling. Hij denkt daarbij bijvoorbeeld aan een terugleverplafond van een bepaald aantal kilowattuur of aantal jaren dat gesaldeerd mag worden. “Dan krijg je in ieder geval die businesscase rond, dan kan je bewoners uitleggen welk voordeel ze ervan krijgen en daarnaast is het alleen maar mooi meegenomen wat er overblijft aan het einde van de rit.”
Daarnaast zou ook bureaucratische ondersteuning vanuit overheden kunnen helpen om meer zonnepanelen op sociale huurwoningen te krijgen. Hij noemt een voorbeeld van een project in Amsterdam Noord waarbij rode zonnepanelen werden gelegd op gebouwen met een Rijksbeschermd stadsgezicht. “Dat soort bereidwilligheid van overheden helpt enorm om dit soort projecten van de grond te krijgen. Want zonder de steun van de gemeente Amsterdam was dat nooit gelukt.”
Tenslotte ziet Tuitert ook dat sommige huurders pas voor zonnepanelen kiezen wanneer zij zien dat hun buren succesvol zonne-energie opwekken. Een deel van de bewoners van sociale huurwoningen is dus ook mee te nemen in de uitrol van zonne-energie als woningcorporaties na een eerste inventarisatie later nog eens terugkomen.
Er zijn volgens Tuitert dus zeker mogelijkheden om zonnepanelen op daken van sociale huurwoningen te krijgen, al zal dat de komende tijd lastig worden. “Ik denk voor de corporatiesector dat het gewoon heel moeilijk wordt. Met die onzekerheid die ook de komende tijd nog een beetje speelt over hoe die verhouding gaat zijn tussen zonnepanelen en de markt, is het gewoon een moeilijk verhaal momenteel.” Dat beaamt Jaeger: “Het is mensenwerk en het is complex.”
Toekomst van solar
Komende tijd zal de zonne-sector te maken krijgen met het stoppen van de salderingsregeling en (in de tussentijd) toenemende terugleverkosten. Hoewel de terugverdientijd daardoor toe zal nemen, blijft die ver onder de levensduur van zonnepanelen, waardoor zonnepanelen een rendabele investering blijven.
Duitsland en Vlaanderen zaten eerder in een vergelijkbare situatie. Wat Nederland van deze buurlanden kan leren is dat, mocht de zonne-sector een klap krijgen, de populariteit van zonnepanelen ook weer terug zal komen. Daarbij is het vooral belangrijk om op een andere manier met zonnestroom om te gaan, met name door meer zelf opgewekte stroom zelf te gebruiken, bijvoorbeeld met thuisbatterijen.
Aanvullend beleid - bijvoorbeeld voor de sociale huursector, het stimuleren van flexibel omgaan met stroom of bureaucratische ondersteuning - zou een oplossing kunnen zijn voor de verdere uitrol van PV. Maar ook bij woningeigenaren liggen nog kansen, zowel bij mensen die al panelen hebben liggen, als woningeigenaren die dat nog niet hebben. Beleid kan de zonnesector dus verder helpen, zoals de salderingsregeling jarenlang heeft gedaan, maar ook zonder stimuleringsregelingen zullen zonnepanelen hun voordelen blijven bewijzen.