RES-regio’s: ‘Steeds minder ruimte voor zon en wind op land’

04.07.2024 Jan de Wit

RES-regio’s: ‘Steeds minder ruimte voor zon en wind op land’
©Jack Tillmanns | Alliander

De 35 terawattuur die de Regionale Energiestrategie (RES)-regio’s in 2030 op zullen moeten leveren is haalbare kaart concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) eind vorig jaar. Nationaal Programma RES komt in een technische briefing tot dezelfde conclusie en waarschuwt dat er steeds minder ruimte beschikbaar komt voor nieuwe opwekcapaciteit van wind- en zonne-energie op land. Zowel de fysiek beschikbare ruimte wordt minder als de ruimte in het beleid en de wet- en regelgeving. Hierdoor zal de streefdoelstelling van 55 terawattuur in 2030 in dit tempo niet worden gehaald.

Nederland kent dertig regio’s waarin overheden samenwerken aan hun Regionale Energiestrategie. Deze moeten in 2030 tenminste 35 terawattuur duurzame elektriciteit kunnen opwekken, maar streven gezamenlijk naar 55 terawattuur.

Het PBL stelde eind 2023 in de Monitor RES 2023 dat er in 2030 vermoedelijk zo’n 34 tot 44 terawattuur elektriciteit zal kunnen worden opgewekt uit wind- en zonneparken op land. Daarmee zal de doelstelling van 35 terawattuur “zeer waarschijnlijk” worden gehaald. Het streefdoel van 55 terawattuur blijft echt ver weg.

“Daar is veel volharding en creativiteit voor nodig, want er komen steeds minder plekken voor zon en wind op land. Overheden blijven streven naar de door hen vastgestelde 55 terawattuur. Dat is nodig om nationale en Europese afspraken na te komen en omdat betaalbare elektriciteit belangrijk is voor de samenleving en voor ruimtelijke en economische ontwikkeling”, concludeert het Nationaal Programma RES.

De afnemende ruimte voor nieuwe opwekcapaciteit van wind- en zonne-energie op land is niet alleen fysiek. Ook de toenemende problemen met netcongestie, nieuwe landelijke milieunormen voor windmolens en het veranderende maatschappelijke debat en politieke verhoudingen zorgen voor vertraging.

Desondanks ziet het Nationaal Programma RES ook dat energiecoöperaties, bedrijven, inwoners, bestuurders, overheden en netbeheerders met veel volharding naar oplossingen blijven zoeken, zoals het lokaal opslaan en delen van energie binnen energiegemeenschappen en energyhubs. Hieruit blijkt ook dat steeds meer RES-regio’s oplossingen vanuit een systeemperspectief proberen te realiseren, wat vanwege alle bijkomende uitdagingen een cruciaal element van de oplossing is.

Er moet worden versneld, ook na 2030
De Rijksoverheid stuurt met het Nationaal Plan Energiesysteem en in het beter benutten en sneller uitbreiden van het elektriciteitsnet. Dat is nodig volgens het Nationaal Programma RES om de noodzakelijke wind- en zonprojecten te realiseren. Een complicerende factor is dat sommige provincies, zoals Overijssel, zich hebben uitgesproken tegen nieuwe zonneparken op land.

Maar er moet niet alleen versneld worden om de 55 terawattuur in 2030 te halen. Ook richting 2050 is er nog veel meer opwekcapaciteit van wind- en zonne-energie nodig. Hiervoor zijn er volgens het Nationaal Programma RES verschillende zaken van belang.

“Om de energie en samenwerking in de regio's vast te houden is een gezamenlijk beeld nodig over de rol van de regio's in het energiesysteem na 2030. Hierbij helpen de interbestuurlijke afspraken over het Nationaal Plan Energiesysteem die in de maak zijn. Daarnaast is structurele financiering nodig om kennis en expertise goed te organiseren”, aldus het Nationaal Programma RES in de technische briefing.

“Om bij te kunnen sturen in de transitie is ook meerjarig praktijkgericht onderzoek nodig. Dit onderzoek moet zich richten op de langetermijneffecten van bijvoorbeeld wind- en zonne-energie op biodiversiteit, natuur, gezondheid en leefbaarheid, maar ook op het optimaliseren van energie-opwek door innovatie.”