Met de Scope 12-inspectieregeling voor zonnestroominstallaties is de hoop dat het aantal installatiebranden verder geminimaliseerd kan worden. Onlangs schreven we al hoe Allart de Jong, van Omega Energietechniek, uitlegde hoe de inspectieregeling eruit ziet in de praktijk. In dit artikel pikken we er vijf belangrijke aspecten uit.

Connectoren van verschillende fabrikanten
Het gebruik van stekers en contrastekers van verschillende fabrikanten komt veelvuldig voor, terwijl dit in de praktijk een brandrisico met zich meebrengt. Veel fabrikanten geven namelijk geen compatibiliteitsverklaring af en om zeker te weten dat het een veilige combinatie is, is het noodzakelijk om voor beide onderdeel zo’n verklaring te hebben of in het meest ideale geval; connectoren van dezelfde fabrikant. Om door de Scope 12-inspectieregeling heen te komen, moeten de onderdelen getest zijn en voldoen aan de NEN-EN-IEC 62852. Daarnaast moeten de materialen dezelfde eigenschappen hebben en elkaar niet negatief beïnvloeden.

Omgevingstemperatuur indaksystemen
In de NEN 1010 wordt gesteld dat bij het ontwerp van kabels die worden blootgesteld aan directe opwarming aan de onderzijde van de PV-panelen, bij de dimensionering rekening moet worden gehouden met een omgevingstemperatuur van minstens 70 graden. Scope 12 is een stukje strenger, hierbij moet rekening worden gehouden met 85 graden. Dikkere kabels zorgen voor minder opwarming van de bekabeling en de connectoren, en dus ook een lager brandrisico.

Grenscapaciteit omvormer
De Jong noemt eveneens dat Scope 12 een verduidelijking biedt van de maximale stroom die een omvormer kan leveren. Hiervoor wijst hij twee belangrijke zaken aan. Ten eerste mag er geen rekening worden gehouden met aanpassingen van de interne instellingen van de omvormer om de begrenzing te verhogen. Ondanks dat een omvormer meer stroom aankan dan de maximaal aangegeven hoeveelheid in de specificaties.

Ten tweede kunnen de interne instellingen ook onbedoeld ongedaan worden gemaakt. Afstemmen op het nominale vermogen in combinatie met een voldoende dikke bekabeling en uitgeruste zekering zorgen ervoor dat beveiliging tegen overbelasting achterwege mogen blijven. Scope 12 biedt daarmee mogelijkheden, maar zegt volgens De Jong ook iets over het maximaal beveiligen van je installatie.

Toepassen aardlekschakelaar
Aardlekschakelaars bieden extra bescherming tegen brand in stoffige, vochtige omgevingen en worden daarom vaak toegepast in de agrarische sector. Voor Scope 12 is het echter niet noodzakelijk wanneer het risico op brand niet groter wordt als er geen gebruik wordt gemaakt van een aardlekschakelaar. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen wanneer de verzekeraar zegt dat de omvormers mogen worden losgekoppeld van het gebouw en tot tien meter verderop met een andere, eigen aansluiting aan een transformatorhuis worden gekoppeld.

Aluminium geleiders
Wanneer de aansluitingen in boxen en omvormers en het gebruikte materiaal geschikt zijn voor aluminium geleiders, dan is het gebruik van geleiders van aluminium toegestaan volgens Scope 12. In dat geval is het wel noodzakelijk om een extra controle uit te voeren.

SMA Benelux-congres
Allart de Jong, van Omega Energietechniek, vertelde over Scope 12 in vier webinars die onderdeel waren van het online congres van SMA Benelux.