Waarom Holland Solar de Stäubli-connectoren liet testen op crossmating

28.04.2022 Simone Tresoor

Waarom Holland Solar de Stäubli-connectoren liet testen op crossmating

December vorig jaar berichtte Holland Solar dat testen op crossmating van connectoren van acht verschillende fabrikanten met MC4-connectoren van Stäubli uitwezen dat deze veilig te combineren zijn. Holland Solar verwijst naar een reeks testen uitgevoerd door certificeringsbedrijf DEKRA in opdracht van de brancheorganisatie. In deel een van deze artikelenreeks kon je op al lezen dat connectorenfabrikant Stäubli de markt waarschuwt en aangeeft het hier oneens mee te zijn.

In een officiële verklaring geeft het bedrijf aan dat het gebruiken van twee verschillende merken connectoren kan leiden tot ongewenste situaties waarvoor zij geen verantwoordelijkheid kunnen nemen. De eindverantwoordelijkheid bij, in de ogen van Stäubli, onjuist gebruik ligt bij de betreffende installateur.

‘Je kunt de conclusie dat crossmating veilig kan niet trekken’
Guido Volberg, Senior Consultant Product Regulatory Affairs Renewable Energy bij Stäubli: “De tests bij dit onderzoek zijn slechts gedaan op onderdelen van een testbasis en volgens een norm die ongeschikt is voor crossmatingtests bij connectoren. Daardoor kun je de conclusie dat crossmating met de acht andere connectoren-merken veilig kan absoluut niet trekken.” 

Holland Solar geeft aan dat de testen wel degelijk zijn uitgevoerd op basis van de IEC-norm 62852. Elk connectorpaar heeft vier soorten tests doorlopen: een mechanische test, een levensduurtest, een thermische test en een test van de beschermingsgraad. Daarnaast is van elk connectorpaar de maximale stroom bepaald om binnen de thermische bovengrens van elk van de connectoren te blijven. De maximale stroom die bij elk van de connectorenparen is vastgesteld zal onder normale omstandigheden niet optreden bij een PV-systeem. Overigens is deze maximale stroomwaarde wel  een belangrijke parameter om rekening mee te houden bij het ontwerpen van een PV-systeem als  gebruik wordt gemaakt van crossmating bij connectoren.

‘Het gaat ons absoluut om de veiligheid’
Aan de hand van de testresultaten van DEKRA concludeert Holland Solar dat geteste connectorparen voldoen aan de eisen zoals opgenomen in het Technisch Document 18 (TD18) van SCIOS. SCIOS onderzoekt momenteel of TD18 op basis van het onderzoek kan worden aangepast. Ook heeft de NEN-normcommissie PV-systemen een voorstel voorbereid voor wijziging van relevante internationale en nationale normen die het veilig toepassen van crossmating, onder de in het onderzoek genoemde voorwaarden, mogelijk maakt.  

Nu zou je denken dat crossmating Stäubli wellicht omzet kost en dat dat de reden is dat er geageerd wordt tegen de uitkomst van het onderzoek. Volberg: “Dat is niet waar. Wij zijn absoluut bezorgd over de veiligheid, maar ook over de reputatie van de PV-industrie. Je kunt je voorstellen dat er bij brand bij ons wordt aangeklopt. Wij kunnen de veiligheid van ons eigen  product garanderen, dat is uit en te na getest. Maar bij crossmating kunnen wij deze garantie kortweg niet geven.”

‘Wie is er verantwoordelijk bij brand?’
“Daar installateurs al jarenlang connectoren crossmaten, terwijl in onze handleiding staat dat dit absoluut niet mag, lopen de Scope-12 inspecteurs nu aan tegen verschillende connectoren. Ze zouden daarom de installatie moeten afkeuren. Want in het geval dat een brand aan de connector blijkt te liggen en er zijn twee verschillende merken gebruikt, wie is er dan verantwoordelijk? Dat zou momenteel de installateur zijn en niet de fabrikant”, zegt Volberg.

Wat is de volgende stap voor Stäubli? Volberg: “We zullen met Holland Solar gaan praten. Er is een internationale task force van testlocaties die beslissingen kan nemen als zaken niet duidelijk zijn. Wij hebben daar een verklaring afgelegd. Ze mogen gerust testen, maar dan moet er in het onderzoek duidelijk naar voren komen dat dit niet kan worden gebruikt voor het aantonen van veiligheid. Het onderzoek kan een grote impact hebben op de reputatie van de PV-industrie, de markt, maar bovenal veiligheid.”

Lacune in de markt
Om te informeren waarom Holland Solar dit onderzoek heeft laten uitvoeren sprak Solar365  met Wijnand van Hooff, algemeen directeur van Holland Solar. Van Hooff: “Crossmating is op dit moment een lacune in de markt. Het komt op grote schaal voor omdat grote hoeveelheden zonnepanelen met andere connectoren worden geleverd dan de omvormers waar de zonnepanelen mee verbonden moeten worden. Laat ik voorop stellen dat Holland Solar ook iedereen adviseert om zoveel mogelijk connectoren van hetzelfde merk en type met elkaar te verbinden.”

Hij vervolgt: “Maar in de praktijk komt het regelmatig voor dat dit simpelweg niet kan. Als een installateur te maken krijgt met twee typen connectoren heeft hij een beperkt aantal opties. Hij kan van het zonnepaneel of de omvormer de connector afknippen en vervangen voor een andere connector. Alleen vervalt hierdoor de garantie van het product waar de connector is afgeknipt. Hij kan ook tussen de twee verschillende connectoren een koppelkabel plaatsen met twee verschillende connectoren, echter voor elk van de probleemverbindingen wordt een extra connectorverbinding in het systeem toegevoegd en dat is risicoverhogend. En dan geldt voor beide opties ook dat bij montage van de alternatieve connector(en), al dan niet aan de koppelkabel, ze handmatig moeten worden gemonteerd met een risico op foutieve montage.”

“Bij het gebruik van stringomvormers is het aantal probleemverbindingen overzichtelijk maar bij gebruik van micro-omvormers of power-optimizers betreft dit heel veel verbindingen in het systeem”, verklaart Van Hooff.

‘Impasse waar we omwille van de veiligheid uit willen’
Van Hooff: “Om uit deze impasse te geraken en de veiligheid van zonnestroomsystemen te kunnen garanderen hebben we dit onderzoek laten uitvoeren. Het onderzoek is gedaan op basis van de op dit moment geldende internationale normen. DEKRA heeft de connectorparen op basis van deze normen getest om te zien of ze voldoen aan de normeisen en dat is het geval.”

“Overigens zijn wij de eerste die zullen toegeven dat dit een suboptimale oplossing is. Een veel betere oplossing voor dit probleem zou zijn om een wereldwijde standaard af te spreken waar alle PV-connectoren aan moeten voldoen. Ditzelfde is ook gebeurd met de type 2 stekker voor elektrische voertuigen en de USB-stekker. Daar is het ontwerp van de stekker vrijgegeven zodat iedereen op basis van dezelfde standaard zijn stekker kan maken. Stäubli heeft, als marktleider, de sleutel voor deze oplossing in handen.". 

Noot redactie:  Ten tijde van het interview hadden Stäubli en Holland Solar nog geen contact met elkaar opgenomen. Inmiddels is dat wel  gebeurd. Van Hooff geeft aan Volberg gesproken te hebben en dat ze er beiden positief tegenover staan te kijken wat er nodig is om het probleem daadwerkelijk op te lossen.