‘Het economisch perspectief van een koplopersrol in de energietransitie is enorm’

01.10.2021 Jan de Wit

‘Het economisch perspectief van een koplopersrol in de energietransitie is enorm’
©Groendus

Met Groendus wil voorzitter van de raad van commissarissen Jeroen de Haas de energietransitie versnellen door de zakelijke energiemarkt op weg te helpen naar volledig hernieuwbare energie. Hoe kijkt hij tegen de Nederlandse energiemarkt en de energietransitie aan? “Nederland speelt op dit moment geen koplopersrol in de Europese energietransitie en dat is echt een kans die we niet mogen missen.”

De Haas gelooft zelf sterk in het combineren van verduurzamingskansen. “Processen elektrificeren, stroom opwekken met zon of wind, energie besparen met kunstmatige intelligentie, integratie van systemen en decentralisatie, oftewel renewables, elektrificatie, digitalisering, integratie systemen en decentralisatie.” Een gecombineerde aanpak van deze transitie-elementen is volgens hem van doorslaggevend belang voor de energietransitie.

“Als je die transitie-elementen niet slim overziet en combineert, krijg je gegarandeerd hogere kosten. Als totaalaanbieder voor verduurzaming van organisaties kunnen wij dit wél voordelig waarmaken. Deze elementen hebben 90 procent van de tijd invloed op elkaar, alleen in de combinatie kan de energietransitie een succes worden”, aldus De Haas.

In de casus van ’s Heeren Loo paste Groendus dit succesvol toe en volgens De Haas zal het de zorggroep lukken om volledig klimaatneutraal te worden voor 2030. Hij denkt dat bedrijven hier een voorbeeld aan kunnen nemen. “Wat een realistisch tijdpad is, verschilt natuurlijk per bedrijf, maar het gemiddelde kantoor moet dit voor 2030 kunnen realiseren. De techniek is er al.”

‘Energiepartijen moeten maatschappelijk meer integreren’
Maar hoe zit het met de rest van Nederlandse energiemarkt? Hoe ver is die verwijderd van klimaatneutraliteit? Volgens De Haas een lastige vraag, omdat dit nauwelijks meetbaar is. “Intuïtief zou ik zeggen dat we op een kwart zitten. De industrie heeft grootschalige toepassing van groene waterstof nodig om dat te halen, maar de technologische ontwikkelingen gaan hard en ook mobiliteit zie ik in rap tempo volledig elektrificeren.”

Lees ook: ‘Groendus realiseert de noodzakelijke verduurzaming van de energiemarkt’

Redenen voor optimisme als het aan hem ligt. Maar De Haas ziet ook de nodige uitdagingen. “Er moet nog een hoop gebeuren. Zo is blijvende sociaal-maatschappelijke acceptatie van groot belang.” Zonder publieke steun denkt hij niet dat de energietransitie een succes kan worden, dat zouden meer bedrijven zich moeten beseffen.

“Vroeger was het bijvoorbeeld zo dat als een bedrijf een vergunning had, ze konden gaan bouwen. Punt. Nu is het verkrijgen van een bouwvergunning nog maar de startfase, daarna moet je in gesprek met de samenleving. Als je dat als bedrijf nog niet door hebt, dan kun je het wel vergeten. Wees je bewust dat je opereert in een gemeenschap.”

Dat gegeven is natuurlijk niet nieuw, maar wordt volgens hem wel steeds belangrijker. “Terwijl bedrijven groter en afstandelijker worden, zijn mensen assertiever geworden. Ook energiepartijen moeten daarom volledig maatschappelijk geïntegreerd zijn en rekenschap geven aan de maatschappij. Het zijn te veel gesloten partijen geworden, dat moet veranderen.” De houding van CEO’s zal daarin moeten meebewegen.

“Veel CEO’s denken technisch en economisch, dus bij kritiek op bijvoorbeeld zonneparken of windmolens komen ze met allerlei specificaties en berekeningen. Maar denk je dat een boze burger daarop zit te wachten? Dat is geen antwoord op emoties. En het publiek mág emotioneel reageren, want het gaat om hun leefomgeving. Om de energietransitie te laten slagen moeten bedrijven en overheden veranderen hoe ze opereren en hoe ze daarover communiceren.”

Pijnlijke keuzes zijn onvermijdelijk
Hoewel De Haas optimistisch gestemd is over de energietransitie, moet er wat hem betreft een flinke schep bovenop als Nederland ook koploper wil zijn in het Europese speelveld. “In alle rollen die ik ooit vervuld heb, heb ik gemerkt hoe belangrijk economisch perspectief is. Het economisch perspectief van een koplopersrol binnen de energietransitie is enorm.”

Om hierop in te spelen ziet hij voldoende voorbeelden waar Nederland inspiratie uit kan putten. “Denk aan de Deltawerken of hoe Nederland een internationale leider is op het gebied van baggeren. Dat doen we niet met de energietransitie en dat is jammer. De EU pakt die rol wel met zijn Fit for 55-pakket en Nederland moet nu erop en erover. Er liggen echt enorme economische kansen voor het grijpen voor de landen met een leidende positie.”

Dat Nederland al zo’n lange tijd met een demissionair kabinet zit, is volgens De Haas nog niet het einde van de wereld. “De energietransitie gaat verder, maar als dit langer zo blijft aanmodderen gaan er wel grote problemen ontstaan.” En dan met name in de ruimtelijke ordening, want hij ziet meerdere disciplines in Nederland die hier aanspraak op maken.

“Denk aan de bouw, landbouw, de energietransitie en dan hebben we nog het stikstofdossier. Allemaal vechten ze om de ruimte. Daar moeten pijnlijke keuzes gemaakt worden, want er is nu geen duidelijkheid. Een regulerend kader en prioritering ontbreekt.”

Niet alleen marktwerking, ook gericht beleid
Als hij zelf een nieuw kabinet een prioriteit mag meegeven dan is het de ontwikkeling van zonne-energie. “Zonnepanelen zijn gemakkelijk te integreren in de samenleving. In de natuur, mobiliteit, gebouwen, etc. Daar moet echter meer maatwerk geleverd worden, nu wordt nog te veel gewerkt met one-size-fits-all-oplossingen, ook in het toekennen van de SDE.”

Lees ook: ‘Hoe gaat mass customization toegepast worden?’

“Zelf denk ik dan bijvoorbeeld aan doorzichtige panelen in de agrisector of gekleurde zonnepanelen die esthetisch meer waarde hebben. Beide zijn duurder, maar het is de toekomst om alle energiemogelijkheden in te passen, echt te integreren in de samenleving.” In zijn ogen moet er net zo goed een transitie in het denken over energie komen. Niet alleen aandacht voor de kosten, maar  ook voor geïntegreerde systemen met meer esthetische waarde.

Dat vraagt om meer overheidsbeleid, ook op industrieel gebied. “Het nieuwe kabinet moet daar wetgevende en economische push en pullfactoren voor bieden, zoals stimuli ontwikkelen voor groene waterstof. Dit is ook in Nederland goed mogelijk, met elektrisch rijden is dat al gedaan door het stimuleren van elektrische auto’s en laadpalen.”

Dat het kabinet nu, ondanks zijn demissionaire status, kiest voor extra maatregelen én financiële middelen, juicht De Haas dan ook alleen maar toe. “De energietransitie is zo groot en complex dat je het niet alleen aan marktwerking kan overlaten. Als je dit doet, verlies je terrein op alle landen, werkelijk álle landen.”