‘Ondanks enorme vraag raken kleine installateurs in de problemen door hoge bedrijfskosten’

27.05.2022 Jan de Wit

‘Ondanks enorme vraag raken kleine installateurs in de problemen door hoge bedrijfskosten’

Een verplichting voor zonnepanelen op grote bedrijfsdaken en de Europese Commissie wil de opwekcapaciteit opschalen naar 600 gigawatt in 2030. De motor van de energietransitie draait op volle toeren, maar onder de motorkap begint het te roken. Grondstoffenschaarste en hoge transportkosten brengen met name zelfstandige ondernemers in de problemen ziet Gerard Scheper, CEO van European Solar.

Het klinkt natuurlijk tegenstrijdig. Aan de ene kant groeit de zonne-energiesector als kool en komt het ene na het andere bedrijf en land met ambitieuze klimaatplannen waarin zonne-energie een belangrijke rol speelt. Maar aan de andere kant staan er partijen op omvallen.

“Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat veel partijen nauwelijks meer speelruimte hebben. Het vet op de botten van met name de kleinere zelfstandige ondernemers is er na twee jaar COVID-19 wel af. Hoge transportkosten en grondstoffentekorten zorgen voor enorm hoge kosten die de gestegen vraag niet compenseren”, aldus Scheper.

Ook fabrikanten hebben hiermee te maken en kunnen hun producten vaak pas na maanden vertraging leveren. “Installateurs kunnen daardoor hun installaties niet afmaken en kunnen niet factureren. Ook worden installaties heroverwogen vanwege de dreiging van een recessie. Voor veel kleinere installateurs en ondernemers – die vervolgens geen zonne-energie kunnen opwekken – is dat een grote strop.”

Kleine installatiebedrijven komen steeds meer in de problemen
Vooral de bedrijven die het door COVID-19 al lastig hadden, komen nu nog verder in de problemen. Nederlanders gingen tijdens lockdowns massaal hun huis verduurzamen, waardoor de installatievraag enorm steeg.

In principe gunstig, maar soms zat tot “een derde van het personeel thuis met klachten of in quarantaine”, memoreert Scheper. “De rest van het personeel moest die gestegen vraag maar oplossen en nu is die vraag nog verder gestegen, terwijl nieuw personeel werven ook een enorme opgave is. De werkdruk op installateurs is al twee jaar gigantisch.”

De kleinste installatiebedrijven kunnen volgens Scheper wel afschalen, maar de partijen daarboven die ongeveer tien mensen in dienst hebben, die kunnen dat niet zomaar. Dan zullen ze afscheid moeten nemen van enkele collega’s.

“Dat maakt het dubbel, want er is werk zat en over een halfjaar tot een jaar – wanneer de prijzen van grondstoffen weer enigszins gedaald zijn – heb je ze weer nodig. Dat zijn mensen die we voor de energietransitie hard nodig hebben, dus er moet iets gebeuren.”

Eén van de opties die Scheper vrij kansrijk acht, is een overnamegolf. “Dat hoeft niet per se slecht te zijn. Het is vrij normaal in de economie dat grotere bedrijven de kleinere op een gegeven moment opslokken. Maar nu gaat het om bedrijven die vanwege het aantal orders relevant zijn, maar vanwege de hoge kosten moeten ze hun bedrijf toch verkopen, en waarschijnlijk tegen een te lage prijs omdat ze geen keus hebben.”

Genoeg knoppen voor de overheid om aan te draaien
In hoeverre kan de overheid hier iets voor de sector betekenen? De energietransitie maakt immers onderdeel uit van de klimaatdoelstellingen van het kabinet op lange termijn. Een stilvallen van de uitrol van zonne-energie zou ook grote gevolgen hebben voor de grote ambities die Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, onlangs nog in zijn ‘zonnebrief’ bekrachtigde.

“Er zijn wel een aantal zaken waarop de overheid zou kunnen inzetten vanuit de vraag: ‘Hoe kunnen we bedrijven die zich al jaren inzetten voor de energietransitie en dat nog jaren moeten gaan doen, financierbaar houden?’ De overheid zou wat kunnen doen in de inkoopfinanciering of door het communiceren van bepaalde garanties richting de financiële instellingen”, zegt Scheper.

“Het is niet alsof de projecten verdwijnen. Dat gebeurt alleen als de ontwikkelaar of installateur failliet gaat. Banken gaan overbruggingsbudgetten niet voorschieten, die moet aan zichzelf denken, maar een overheid kan dat wel. Door het financieringsrisico voor de bank weg te nemen, kunnen meer partijen deze periode van abnormaal hoge proceskosten overleven.”

Dat dit een stap is waar het kabinet niet voor terugdeinst werd onlangs nog zichtbaar toen Gasunie een contract afsloot voor de huur van een drijvende LNG-installatie van het Amerikaanse energie-infrastructuurbedrijf New Fortress Energy. Het kabinet wil hierbij garant staan voor het financiële risico dat Gasunie loopt wanneer het onvoldoende afnemers vindt.

Een ander punt waarop de overheid meer zou kunnen doen ligt op het gebied van arbeid. Maarten Otto, CEO van netbeheerder Alliander en voorzitter van werkgeversvereniging WENB, schreef onlangs een open brief aan minister Jetten waarin hij onder andere aandacht vroeg voor het enorme tekort aan technici.

“Het kabinet zou iets aan de arbeidskracht kunnen sleutelen, bijvoorbeeld met een versneld omschoolprogramma. Het aantal vacatures per werkloze is enorm, maar er zijn toch nog altijd ruim 300.000 mensen werkloos of werkzaam in sectoren die minder draaien. Daar kan de overheid in sturen, maar de hamvraag blijft de overvraagde grondstoffenmarkt.”

‘Blijf in gesprek met China’
Behalve dat de vraag naar grondstoffen voor zonne-energie-installatie ver boven het aanbod uitkomt, ziet Scheper ook een ander risico opkomen. Westerse landen beginnen zich steeds meer openlijk uit te spreken tegen Chinese grondstoffen en producten die door middel van dwangarbeid op de markt komen.

“Op Intersolar was het senteminent dat we als Europa binnen twaalf maanden vanaf willen door Europese leveranciers te verplichten om hun supply chain te certificeren. Met naam en toenaam zouden zij dan zwart op wit moeten vastleggen dat er geen dwangarbeid inzit. Daar moeten we ook vanaf, maar we zijn op dit moment te afhankelijk om dat zonder gevolgen te kunnen zeggen. Er komt een moment dat de Chinezen zeggen ‘als je het allemaal zo goed weet, dan ga je het toch lekker zelf doen’. We moeten op onze tellen passen.”

Nu wordt er vanuit de Europese Commissie flink ingezet op een snelle opschaling van een Europese PV-productie van grondstoffen, materialen en producten. Maar zoiets kost tijd. En de kans dat die producten goedkoper zullen zijn dan de Chinese alternatieven lijkt nihil.

“We willen dus geen zonnepanelen waar kolenenergie en dwangarbeid inzit en ook niet de hoofdprijs betalen. Dat is niet realistisch. Ergens moeten we concessies in doen, dus Europa moet ook heel duidelijk een hiërarchie aanbrengen in zijn prioritering en met de Chinezen in gesprek blijven. Zij hebben ons in principe niet nodig, hun binnenlandse vraag dekt vrijwel hun hele aanbod.”