‘Onze technologische positie is onvoldoende gekoppeld aan de maakindustrie’

03.09.2021 Jan de Wit

‘Onze technologische positie is onvoldoende gekoppeld aan de maakindustrie’
Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen bezoekt het AI Xperience Center van de Vrije Universiteit Brussel

Als de Europese Unie het heft van de energietransitie in eigen handen wil nemen, dan is een grootschalige Europese productie een absolute hoofdzaak, zo vindt Wim Sinke, professor photovoltaic energy conversion aan de Universiteit van Amsterdam, werkzaam bij TNO en Solar365-columnist. “Dat moet je willen als je de sociale- en milieuaspecten belangrijk vindt en om er de economische vruchten van te kunnen plukken.”

Dit artikel is onderdeel van een serie waarin Solar365 ingaat op een mogelijke Europese productieketen van zonnepanelen. In deel 1 legde Wijnand van Hooff (Holland Solar) uit wat het belang is van een Europese productieketen. In dit artikel (deel 2) gaat Wim Sinke (TNO/UvA) in op de vraag wat Europa kan doen om een eigen productieketen op te zetten.

Sinds 25 februari 2015 heeft de Europese Unie een uitgesproken doel om een energie-unie te gaan vormen. Bedoelt om een schokbestendige, veilige, duurzame, concurrerende en betaalbare energievoorziening voor Europese consumenten te waarborgen, gekoppeld aan een ‘ambitieus klimaatbeleid’ – de Fit for 55-suggestie.

“Om dit doel te bereiken is een fundamentele transformatie van het Europese energielandschap nodig”, zo leest de Energy Union Strategy. Hiervoor heeft de EU het Strategic Energy Technology (SET) Plan ontwikkeld, dat bestaat uit de European Technology and Innovation Platforms (ETIP’s), the European Energy Research Alliance (EERA), and the SET Plan Information System (SETIS).

Sinke is betrokken bij een van de ETIP’s, namelijk het European Technology and Innovation Platform PhotoVoltaic (ETIP PV). “Vanaf 2004 ben ik hierbij betrokken geraakt, vanaf 2009 als voorzitter en sinds vijf jaar als vicevoorzitter. Voor zonne-energie richten wij ons op het bundelen van kennis, ontwikkelen van de techniek en de praktische toepassing ervan.

“Om daar te komen werken we aan een gezamenlijke, Europese visie en strategie voor de ontwikkeling en uitrol van zonne-energie. Het SET Plan is het overkoepelende energieplan, dat gericht is op implementatie van de energietransitie.”

Nu geen fair share
De rol van zonnepanelen binnen de energietransitie is cruciaal. “Het International Energy Agency onderstreepte onlangs nog dat de kosten van PV spectaculair zijn gedaald en dat deze technologie doorslaggevend wordt voor de duurzame energiehuishouding”, zo beaamt Sinke. “De verdere ontwikkeling van PV moeten we daarom als Europese Unie ook versnellen en versterken.”

De opbouw van Europa is hiervoor volgens hem zowel de kracht als de zwakte. “De Europese Unie bestaat uit veel kleine landen, waardoor ze individueel beperkte mogelijkheden hebben om zonne-energiesystemen grootschalig (door) te ontwikkelen. Maar Europa is juist sterk door samenwerking, om zo sneller te kunnen schakelen, wat op internationaal niveau noodzakelijk is door de grote concurrentie.”

Met het European Solar Initiative wil de Europese Unie vanaf 2025 een jaarlijkse Europese productie van 20 GW kunnen realiseren. “Er klinkt al heel lang een pleidooi voor het zogenaamde Europese tweesporenbeleid”, memoreert Sinke. “Dat houdt in dat je aan de ene kant PV-ontwikkeling en toepassing stimuleert en aan de andere kant een EU-productie op- en uitbouwt.

“Dit initiatief komt vanuit de implementatie van het SET Plan. Het is misschien een goed begin, maar ik vind zelf dat als je die 20 GW afzet tegen een mogelijke toekomstige mondiale productie van 1.000 GW, dat er daarmee nog geen sprake is van een fair share”, aldus een voorzichtig kritische Sinke.

“Dit is geen fair share in overeenstemming met de goede technologische positie van Europa, maar onze geavanceerde machines en kennis zijn nog onvoldoende gekoppeld aan de maakindustrie. Dat is wel nodig, want met een eigen industrie ben je weliswaar niet onafhankelijk, maar doe je mee en heb je een stem in belangrijke ontwikkelingen. Dan kun je ook hick-ups in de levering veel beter opvangen.”

PV als strategische waardeketen
Een Europese industrie van zonnepanelen opzetten vraagt een heleboel afstemming tussen de lidstaten, stelt Sinke. “Je moet een aantal gezamenlijke kernfactoren bepalen: Wat zijn de gezamenlijke prioriteiten? Hoe ontwikkel je daarvoor een gezamenlijke agenda? Maar ook heel praktisch, wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van PV? Wat zijn daarbinnen de belangrijkste technologieën?”

Waar hij zich met ETIP PV bijvoorbeeld ook voor inzet, is om ervoor te zorgen dat Europees PV-onderzoek heel gericht gebeurt en elkaar niet te veel overlapt, maar juist aanvult, zodat de grote uitdagingen effectief gezamenlijk kunnen worden aangepakt en ook een basis voor een maakindustrie wordt gelegd. “Daarvoor zijn gerichte projecten en beleid weer van belang, gestimuleerd en gefinancierd door de EU-onderzoeksprogramma’s, maar ook door de programma’s in de EU-lidstaten, die in omvang 80 tot 90 procent van het geheel uitmaken.”

Ook hierin schuilt de meerwaarde van het European Solar Initiative. “Die heeft het idee van een Europese maakindustrie omarmd en probeert het vervolgens bankable te maken. Het stimuleren van een eigen Europese productie van zonnepanelen en andere onderdelen vraagt om harde en zachte aspecten. Stimuleer de technologische ontwikkeling, maar geef ondernemers ook perspectief en neem investeringsrisico’s weg. Dan kan PV een hele belangrijke en succesvolle strategische waardeketen worden voor Europa.”

Volgens Sinke is het absoluut noodzakelijk dat de Europese Unie grote ambitie toont als het PV als één van haar eigen strategische waardeketens wil realiseren. “Als je een groene economie wilt creëren om er ook de economische vruchten van te plukken, dan moet je dit willen. Anders mis je de mondiale boot.”