Dit jaar zal weer een uurrecord met negatieve prijzen opleveren, hoe zit dat de komende jaren?
28.10.2024 Jan de Wit
Tot en met augustus zijn er in Nederland al 426 uren met negatieve prijzen geweest, terwijl dit er in dezelfde periode vorig jaar 193 minder waren. De prijsverschillen tussen de verschillende uren op een dag nemen in heel Europa, met Nederland voorop, steeds meer toe en het belang van een flexibele vraag én aanbod neemt daarom ook steeds meer toe. De ontwikkeling van de batterijcapaciteit kan zowel op de korte- als de langetermijnprijzen uitkomst bieden, stelt Hans van Cleef, hoofd Energy Research & Strategy bij Publieke Zaken, in de nieuwste Marktupdate Elektriciteit.
De marktprijzen van energie worden door vele factoren bepaald. Het aandeel hernieuwbare energie hierin wordt ook steeds dominanter. Daarnaast is toenemende beweeglijkheid van energieprijzen van invloed op investeringen in hernieuwbare energie. Solar365 werkt daarom samen met Publieke Zaken om dit scherper te monitoren.
De Nederlandse prijs om over een maand een megawattuur elektriciteit geleverd te krijgen is met ruim 20 procent gestegen van 75 naar 91 euro. “Deze forse prijsstijging aan de vooravond van de winter kan moeilijk los worden gezien van de ontwikkelingen op de gasmarkt”, stelt Van Cleef.
“Hier zagen we een stijgende prijs, met name als gevolg van de geopolitieke onrust. Aangezien gascentrales in de herfst en winter weer belangrijker worden in de Nederlandse elektriciteitsmix, worden de elektriciteitsprijzen in deze maanden in hogere mate bepaald op de gasmarkt.”
Hierdoor ligt de prijs van het maandcontract hoger dan het jaarcontract, doordat de laatste slechts licht steeg. Niet geheel ongebruikelijk voor deze tijd van het jaar, waarin er minder zonuren zijn. Daarnaast zorgt de geopolitieke onrust, nu met name door de directe betrokkenheid van Iran bij het conflict tussen Israël en Hezbollah en Hamas, voor risico’s op aanbodverstoringen en daarom wordt dit bij de prijs ingecalculeerd. Dat dit in mindere mate in het jaarcontract terugkomt, is volgens Van Cleef een teken dat het belang van deze risico’s afneemt door de mondiale groei van hernieuwbare opwekcapaciteit en LNG-capaciteit in 2025 en 2026.
Op wereldschaal groeide de elektriciteitsvraag twee keer harder dan de totale energievraag: een teken van toenemende elektrificatie. “Belangrijk is de manier waarop in deze stijgende vraag naar elektriciteit wordt voorzien. Wereldwijd wordt het merendeel van deze nieuwe vraag gedekt door fossiele brandstoffen, met name in Azië. In Europa vormt hernieuwbare energie al een groter aandeel van de totale energiemix”, aldus Van Cleef.
“Dit groeiende aandeel van hernieuwbare energie brengt echter grote uitdagingen met zich mee in de vorm van vraag- en aanbodflexibiliteit en netcapaciteit. Wanneer Europa er niet in slaagt om zowel de elektriciteitsvraag als het aanbod te flexibiliseren, zal dit leiden tot grote mate van prijsvolatiliteit met uiteindelijk hogere kosten. Bovendien zullen fossiele brandstoffen nodig blijven om te voldoen aan de elektriciteitsvraag wanneer er geen hernieuwbare elektriciteit beschikbaar is. De elektrificatie van de Nederlandse economie legt zo de limieten van het elektriciteitsnet bloot.”
Dat dit in Nederland al tot sterke prijsvolatiliteit leidt, is terug te zien in het aantal uren met negatieve prijzen. Tot en met augustus telde dit jaar al 426 negatieve uren op de day-ahead markt. 193 meer uren dan in dezelfde periode vorig jaar en ook dat was een absoluut recordjaar. Nederland kent namelijk een opgesteld vermogen van ongeveer 26 gigawattpiek zon-PV, terwijl de elektriciteitsvraag op een gemiddelde middag op zo’n 14 gigawatt ligt.
’s Avonds is de situatie omgedraaid. Dan is de vraag veel hoger dan de opwek van zonne-energie, springen gascentrales bij en stijgt de elektriciteitsprijs flink. “Zo zijn er de laatste jaren steeds grotere prijsverschillen ontstaan tussen verschillende uren op een dag. Op de day-ahead markt, waar elektriciteitsprijzen voor levering op de volgende dag tot stand komen, worden die prijsverschillen alsmaar groter naarmate de capaciteit van hernieuwbare elektriciteit toeneemt”, zegt Van Cleef.
De prijsvolatiliteit kan worden geremd
Twee ontwikkelingen kunnen deze druk verlichten. Allereerst kan de opwekcapaciteit op een gegeven moment zo groot worden, dat gascentrales overbodig worden en de elektriciteitsprijs ook ’s avonds laag blijft. Al zal de prijs van elektriciteit uit gascentrales – voor die paar momenten dat ze nog nodig zijn – wel flink toenemen. Er zijn dan immers nóg minder momenten voor de uitbater om hiermee te verdienen.
Daarnaast biedt de ontwikkeling van de Nederlandse batterijcapaciteit uitkomst. Zoals Dutch New Energy Research in het Nationaal Smart Storage Trendrapport 24/25 laat zien, is deze capaciteit in 2023 gegroeid tot 621 megawattuur en zal deze volgend jaar in het basisscenario met 942 megawattuur verder toenemen. Hoewel dit nog altijd een zeer bescheiden capaciteit is ten opzichte van de opwekcapaciteit van zonne-energie, zal het groeiende batterijvermogen “de komende jaren steeds meer impact hebben op prijsvorming op de elektriciteitsmarkten”, aldus Van Cleef.
“Een toenemend aandeel batterijcapaciteit zal ook effect hebben op de markten voor levering van elektriciteit op de langere termijn. Batterijen zorgen ervoor dat de overdag opgewekte hernieuwbare elektriciteit in de avonduren wordt ontladen. Hierdoor is er op minder momenten van de dag fossiele elektriciteitsproductie nodig, vooral wanneer het aandeel hernieuwbare elektriciteit afneemt. Zo worden de hogere prijzen op een dag door de ontwikkeling van batterijcapaciteit in de toekomst dus gedrukt. Dit is ook een gegeven voor levering van elektriciteit een maand vooruit en dus zullen ook deze prijzen uiteindelijk neerwaartse prijsdruk ervaren door de ontwikkeling in de batterijsector.”