Duidelijkheid en pragmatisme nodig om mogelijkheden agri-pv beter te benutten

11.12.2025 Evelien Schreurs

Duidelijkheid en pragmatisme nodig om mogelijkheden agri-pv beter te benutten
©Groenleven

Het combineren van grasland of fruitteelt met de opwek van zonnestroom is bij uitstek een manier van efficiënt ruimtegebruik. In Nederland lopen de eerste projecten al waarbij fruitteelt gecombineerd wordt met de opwek van zonnestroom. Wat kunnen we van deze projecten leren en waar liggen de kansen voor agri-pv in Nederland?

In principe heeft, volgens de voorkeursvolgorde zon op land, het gebruiken van (voormalige) landbouwgrond niet de voorkeur om gebruikt te worden voor het plaatsen van zonnepanelen. Een uitzondering op die regel is het combineren van agrarische activiteit met de opwek van zonnestroom: agri-pv. In de gedragscode zon op land wordt agri-pv dan ook als kans aangeschreven.

Agri-pv biedt ruimte aan zonnepanelen en zorgt tegelijkertijd voor een extra inkomstenstroom voor de boer. Dat vertellen Michiel Mosterman en Wilco Koops, projectontwikkelaars bij ontwikkelaar van hernieuwbare energieprojecten GroenLeven. GroenLeven heeft al verschillende agri-pv projecten op haar naam staan.

In 2019 realiseerde GroenLeven een agri-pv opstelling voor een frambozenteler in Babberich en enkele jaren later volgde een rode bessenteler in Wadenoijen die was geïnteresseerd door dit verhaal. Bij deze agrariërs zijn stellages geplaatst met duizenden zonnepanelen. Die installaties zijn zo opgebouwd dat stroken zonnepanelen worden afgewisseld met doorzichtige stroken, zodat er genoeg licht bij de gewassen komt. 

Agri-pv met rode bessen in Wadenoijen | ©BayWa r.e

De zonnepanelen vervangen de plastic bogen die normaal gesproken het fruit moeten beschermen, ze beschermen het fruit zelfs beter tegen weersomstandigheden zoals hagel en wind. Ook zorgen de zonnepanelen voor een meer constante temperatuur, onder de panelen is een hogere minimum en lager maximum temperatuur.

Voor de fruitboeren is deze vorm van agri-pv meer een ‘duurzame overkapping’ die hun gewassen goed beschermt, dan een manier om eigen stroom op te wekken, vertelt Koops: “Meestal zijn boeren geen eigenaar van het systeem zelf. Daarvoor is het gebruik dat je daarmee kan compenseren vaak te laag, om achter de meter het gebruik te compenseren, dus is er overproductie. Vaak is het zo dat wij de grond pachten en dat de boeren dan een vergoeding daarvoor krijgen.”

“Welk verbruik de agrariër ook heeft, staat in geen verhouding tot de hoeveelheid opwek die je gaat realiseren”, vult Mosterman aan. “Als je 5 of 10 procent verbruik zou bereiken van de opwek, zou dat al veel zijn.” Het verduurzamen van het verbruik van de agrariër is dus niet het doel van agri-pv an sich.

Geen businesscase zonder subsidie

Koops. “Zonder subsidie is agri-pv, en dan heb ik het over fruit-pv, niet rendabel.” Dat heeft te maken met de hogere kosten van de stellages waar de zonnepanelen op moeten staan, en een wat lagere opbrengst zonnestroom. De zonnecellen moeten namelijk voldoende uit elkaar staan om licht door te laten voor het fruit. Daarom is er nog subsidie nodig om een combinatie van de teelt van zacht fruit en opwek van zonnestroom te combineren.

“De maatschappelijke meerwaarde van dit soort opstellingen is best wel groot, dat komt alleen niet in de businesscase terecht”, zegt Mosterman. “Als we die maatschappelijke meerwaarde willen activeren, is er subsidie voor nodig. Omdat de opstelling in principe zelf geen renderende opstelling is.” Die maatschappelijke meerwaarde zit in het ruimtegebruik, betere arbeidsomstandigheden, duurzaamheidsdoelstellingen, er hoeven minder bestrijdingsmiddelen gebruikt te worden.  

De eerste stappen voor agri-pv in Nederland zijn dus gezet. “Voor fruit-pv zullen agrariërs nu kijken naar de resultaten uit die eerste projecten voordat er grote aftrek plaatsvindt. En voor de ontwikkelaar of de combinatie nog voldoende businesscase oplevert”, aldus Koops.

Grasteelt en zonnestroom

Andere vormen van agri-pv zijn al wel rendabel, stelt Koops, zoals agri-pv met zonvolgende installaties, en ook grasteelt in combinatie met zonnepanelen is veelbelovend. Grasteelt neemt het grootste agrarisch oppervlakte in Nederland in, dus daar is in principe veel winst te behalen als die grond dubbel gebruikt wordt. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van stroken zonnepanelen met grote delen grasteelt ertussen.

“Dit zijn grote klappers en ook economisch rond te maken. Bij zo’n opstelling heb je best weinig zonnepanelen, maar waar je het doet, doe je het helemaal”, aldus Mosterman. “Waar we daar tegenaanlopen is dat je eigenlijk iets heel anders maakt dan een gewoon zonnepark, maar alle overheden de definities hanteren voor een standaard zonnepark, terwijl het dat niet is. In feite is het agrarisch gebruik met zonnepanelen. Dan loop je dus tegen definitiekwesties aan.”

“Als je kijkt naar de stappen die in het buitenland gezet zijn, bijvoorbeeld met zonvolgende panelen, is het heel voor de hand liggend dat wij die stappen ook gaan nemen, want we zien gewoon dat het werkt.” vertelt Mosterman verder. “In feite zijn we als Nederland onze leidende positie hierin kwijtgeraakt aan andere landen, omdat we er niets aan gedaan hebben. En ik denk dat we weer meer naar ons toe zouden moeten trekken, omdat wij dat als branche kunnen. En we hebben ook een agrarische sector die in staat is om dit soort dingen te doen.”

 

Grasteelt agri-pv | ©BayWa r.e

Volgens Mosterman en Koops zijn pragmatisme en duidelijkheid nodig om meer agri-pv projecten te realiseren. Dat begint bij een duidelijke definitie van agri-pv die zowel door maatschappelijke organisaties als de overheid onderschreven wordt. Aan zo’n definitie wordt al gewerkt, door onder andere Holland Solar, LTO, TNO, Universiteit Wageningen en de overheid.

Vanuit die samenwerking ligt nu de volgende definitie op tafel: ‘Een vorm van multifunctioneel grondgebruik waarbij agrarische productie en het opwekken van zonnestroom gecombineerd worden op hetzelfde perceel en deze combinatie meer waarde oplevert dan wanneer beide vormen van landgebruik gescheiden worden toegepast.’

“Je hebt aan de ene kant een definitie nodig en aan de andere kant hoe je dat met elkaar pragmatisch uit kan leggen”, legt Mosterman uit. Wat die helderheid en zekerheid is er nog niet altijd voor boeren die eventueel met agri-pv aan de slag willen.

Koops: “Als boeren nu een deel van hun land niet-agrarisch gebruiken, bijvoorbeeld voor de opwek van zonnestroom, wordt hun activiteit niet altijd aangemerkt als agrarisch. Om het behouden van hun landbouwvrijstelling moet 90 procent van hun hectare agrarisch gebruikt worden.”

GroenLeven hoopt daarom op een pragmatische definitie voor agri-pv vanuit het nieuwe kabinet, waarmee iedereen kan werken en er weer schot in de zaak komt, zegt Koops: “Als we allemaal wat water bij de wijn doen is de oplossing denk ik best wel voorhanden, maar je moet het wel allemaal willen.”

Uiteindelijk zien Koops en Mosterman de toekomst van agri-pv zonnig in. “Als wij zien wat de ambities zijn, en wij zien ook wat erin het buitenland wordt gedaan. Dan denk ik dat er een heel sterk verhaal ligt voor de sector.”