Gunstige energieprofielen en onderling vertrouwen maken energy hub mogelijk
16.05.2024 Evelien Schreurs
Als oplossing voor de steeds grotere problemen met netcongestie besloten bedrijven op het Kempisch bedrijvenpark in Hapert om energie te gaan delen. In een energy hub gaan de bedrijven elektriciteit opwekken, opslaan en hun piekverbruik op elkaar afstemmen. Dit ontlast het elektriciteitsnet en geeft bedrijven meer mogelijkheden tot verduurzaming en het beter benutten van hun elektriciteitsaansluiting.
Tegen de grens van België, in het Noord-Brabantse Hapert, ligt het Kempisch bedrijvenpark. Hier zijn achttien bedrijven gevestigd, waarvan de meeste in de hightech- en transportsector werken. Rond 2021 kregen sommige van deze bedrijven problemen met het terugleveren van zonne-energie, vertelt Gijs Gooren, beleidsmedewerker bij de gemeente Bladel. Een jaar later kregen de bedrijven ook problemen met het afnemen van elektriciteit. “Bedrijven kregen gewoon geen aansluiting meer. En op een nieuw bedrijventerrein is dat nogal een probleem, want er moesten nog heel wat panden gebouwd worden.” De bedrijven zijn bij elkaar gekomen en schakelden de hulp in van gemeente Bladel en Brainport Eindhoven. Zo ontstond al snel het idee voor een energy hub.
Het meenemen van bedrijven in de energy hub was redelijk goed te doen, vertelt Gooren. “De meesten vonden het wel een goed idee vanaf het begin. Maar bij een deel van de bedrijven is er ook een gezonde scepsis.” Sommige bedrijven hadden namelijk nog geen problemen met netcongestie. Zij maken zich zorgen dat ze meer risico zullen lopen als ze energie gaan delen. Ook willen zij geen hoge kosten maken, omdat ze op dit moment dus nog geen problemen hebben met hun elektriciteitsvoorziening. Hierover worden onderling nog afspraken gemaakt, waarvoor nog weinig voorbeelden zijn van andere energy hubs.
Onderling vertrouwen
Wat in het voordeel werkt van het Kempisch Bedrijvenpark is dat de bedrijven elkaar al redelijk goed kennen, waardoor er betrokkenheid en draagvlak is om de energy hub verder uit te werken. Gooren: “De organisatiegraad is gewoon al heel hoog, iedereen weet elkaar makkelijk te vinden. Dat is wel een vereiste, want anders ben je in de aanloopfase nog heel veel tijd kwijt om iedereen te verenigen.” Nu konden ze snel beginnen met het delen van data en zo inzicht krijgen in elkaars energieverbruik.
Een ander voordeel van het Kempisch Bedrijvenpark is dat het nog niet zo lang bestaat, vertelt Gooren. “Het is een ideale situatie omdat het een nieuw bedrijventerrein is, dus het is een heel overzichtelijk net. Ze zitten allemaal op één transformatorhuisje aangesloten, waardoor je makkelijk energie kan delen.” In tegenstelling tot sommige oudere bedrijventerreinen is er geen woonwijk, supermarkt of school aangesloten, maar is het een bijna gesloten netwerk met alleen de bedrijven, wat het overzichtelijk maakt voor de netbeheerder.
Een veelbelovende plek dus, vond ook energieleverancier Enexis, die met het bedrijventerrein een pilot aanging. “Eigenlijk is het een simpele oplossing, je pakt gewoon wat stroom van de buren. Maar dat mag nog niet zomaar, qua wet- en regelgeving. Daarom zijn we ook heel blij dat we een pilot zijn”, zegt Gooren. “Bij andere gemeentes in de buurt zijn ze ook bezig met energy hubs, maar dat gaat lastig, want tot er een netcodewijziging komt is het nog niet toegestaan om energie te delen.”
Enexis heeft een paar aanpassingen gedaan aan het elektriciteitsnet die het delen van energie makkelijker moeten maken. Verder hoeven er voor de energy hub geen grote veranderingen aan de infrastructuur gedaan te worden. De bedrijven hebben wel allemaal een energiemanagementsysteem nodig.
Verschillende energieprofielen
Bedrijven kunnen dus niet allemaal om 8 uur ’s morgens hun machines aanzetten, maar moeten hun verbruik op elkaar afstemmen. Om daar beter inzicht in te krijgen wordt het energiegebruik van de bedrijven in kaart gebracht. De energieprofielen van de verschillende bedrijven sluiten goed op elkaar aan, vertelt Gooren, zo kan het piekverbruik ook goed op elkaar worden afgestemd. “Sommige bedrijven bereiden bijvoorbeeld overdag alles voor en produceren ’s nachts. En er zijn transportbedrijven die ’s nachts hun elektrische vrachtwagens gaan opladen.”
Toch moeten de ontwerpen en modellen voor het energie delen steeds wat worden aangepast. “Dat eerste haalbaarheidsonderzoek is anderhalf jaar geleden gedaan. En de wensen en verwachtingen van bedrijven van toen verschillen een half jaar later alweer, en een half jaar later is het weer anders”, vertelt Gooren. “Stel dat je een nieuwe klant krijgt als bedrijf, dan kan dat ook iets betekenen voor je energieverbruik”
Opwek en opslag
Energie voor de energy hub zal worden opgewekt met zonnepanelen, die veel bedrijven al hebben liggen. Het plan is om die capaciteit uit te breiden door een windturbine in te koppelen van een nabijgelegen windpark. Daarnaast heeft de gemeente Bladel een stuk grond gekocht op het Kempisch Bedrijvenpark, waar een batterij kan worden geplaatst van zo’n 15 of 20 megawatt. Voor de momenten dat er geen wind- of zonne-energie beschikbaar is, en de batterij en netaansluiting van Enexis ook niet voldoende capaciteit bieden, zal er een noodaggregaat beschikbaar zijn, vertelt Gooren. “Anders gaan die bedrijven nooit instappen, als je geen noodvoorziening hebt.”
Hoe het energiedelen er in de praktijk precies uit zal zien, wordt onderzocht in een testfase. Eerst met twee bedrijven en later met vijf, wordt in de praktijk ondervonden hoe de bedrijven hun energieverbruik op elkaar gaan afstemmen. Onderdeel hiervan is het testen van de benodigde software die het verbruik en de opwek van bedrijven gaat voorspellen. De bedrijven krijgen die informatie binnen, maar het systeem zal in principe automatisch worden aangestuurd. Ook het maken van afspraken en het maken van bepaalde keuzes vallen onder de testfase. Dat gaat om vraagstukken zoals welk bedrijf als eerst de zonnepanelen uit moet zetten als er niet meer teruggeleverd kan worden.
Op 7 mei ondertekenden de achttien bedrijven en Enexis een samenwerkingsovereenkomst voor de energy hub. De gemeente Bladel en Provincie Noord-Brabant hebben hierin vooral een begeleidende en faciliterende rol, vertelt Gooren. Toch helpen ze ook financieel mee, bijvoorbeeld door het betalen van het haalbaarheidsonderzoek. Ook kocht de gemeente een deel van het bedrijvenpark om ruimte te maken voor onder anderen een grote batterij, vertelt Gooren. “Uiteindelijk is het, vooral in de opstartfase, belangrijk om iedereen te betrekken en er geld in te stoppen. Want anders komt het niet van de grond, als ondernemers er zelf voor moeten betalen.”
Of alle bedrijven beter af zullen zijn door de energy hub, bijvoorbeeld bedrijven die nog geen problemen hadden met netcongestie, wordt later duidelijk, vertelt Gooren. “Dat is nog een beetje de vraag, daarvoor zijn we bezig met een financieel verrekenmodel. Want bedrijven willen natuurlijk weten wat het ze kost en wat het oplevert. En daar moet iets positiefs uitkomen, anders zullen ze misschien afhaken. Maar uiteindelijk is het een voordeel, want misschien hebben ze nu nog geen groeiwensen, maar over twee jaar wel en kan dat niet met de aansluitcapaciteit die ze hebben, maar wel in de groep.” Volgens Gooren zou de energy hub uiteindelijk dus altijd efficiënter zijn. “Aan het begin is het misschien lastig, maar op termijn zal het zeker werken.”