IEA: ‘Energiegemeenschappen zijn een belangrijk onderdeel van de energietransitie’

06.09.2023 Brendan Hadden

IEA: ‘Energiegemeenschappen zijn een belangrijk onderdeel van de energietransitie’

De energietransitie dreigt in veel delen van de wereld tegen de beperkingen van het energiesysteem aan te lopen. In augustus publiceerde het Internationaal Energieagentschap (IEA) een redactioneel commentaar over een cruciale mogelijke oplossing voor dit probleem: energiegemeenschappen. Kan het betrekken van burgers leiden tot een efficiënter, duurzamer en eerlijker energiesysteem?

Het beoogde energiesysteem van de toekomst – hernieuwbaar, elektrisch, duurzaam – lijkt op veel vlakken nog niet helemaal in het jasje van het oude systeem te willen passen. Decentrale opwek met zonnepanelen en windmolens leiden tot congestie, als stroom wordt opgewekt op plekken waar het elektriciteitsnet daar niet op berekend is (en stroom niet lokaal kan worden afgenomen). Ook is het nog maar de vraag of alle opgewekte stroom direct kan worden gebruikt, aangezien piekmomenten als de zon schijnt en de wind waait leiden tot steeds grotere overschotten.

Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, stelt het IEA dat het belangrijk is te kijken naar lokale vormen van samenwerking tussen burgers. Deze energiegemeenschappen (ook wel ‘energy community’ of energiecollectief genoemd) worden volgens de Topsector Energie gekenmerkt door een groep of collectief burgers die gezamenlijk hun energie regelt. 

De Topsector Energie benadrukt ook dat een energiegemeenschap meer is dan alleen een energiecoöperatie. Energiecoöperaties organiseren voornamelijk de opwek van energie gezamenlijk, maar verbruiken de energie op conventionele manier in het bredere energiesysteem. Energiecollectieven gaan een stap verder en creëren in feite hun eigen kleine subsysteem, waarin ze energie opwek en verbruik zelf regelen (meestal wel aangesloten op het overkoepelende systeem).

Het IEA is een van de belangrijkste autoriteiten ter wereld op het gebied van energie, en het feit dat ze meer aandacht besteden aan energiegemeenschappen is een teken dat deze oplossing populariteit aan het vergaren is. Solar365 zette de argumenten van het IEA op een rij en vergeleek deze met de situatie in Nederland aan de hand van de informatie van de Topsector Energie.

Oplossing voor netcongestie
Een van de belangrijkste argumenten van het IEA voor lokale energiegemeenschappen heeft te maken met efficiëntie. Door op lokaal niveau opwek en afname op elkaar af te stemmen en te investeren in lokale infrastructuur (opslag, transport) kan een energiegemeenschap de druk op het energiesysteem als geheel verlichten. 

Een goed voorbeeld hiervan is de positive energy district (PED) in Buiksloterham. Hier wordt binnenkort volgens projectleider Mark van Wees (Hogeschool van Amsterdam) opwek en afname op elkaar afgestemd met het doel om het gebied als geheel meer energie te laten opwekken dan verbruiken. Het gaat daarbij volgens Van Wees vooral over een efficiëntere integratie. De energiebalans van een gebied is immers heel afhankelijk van hoe je dat gebied kadert: zit er een enorm industrieel complex of een groot zonnepark in, dan slaat de balans al snel door naar een kant.

“Je kunt een PED op verschillende manieren aan elkaar knopen”, vertelt Van Wees. “Het meest simpele is een geografisch begrensd gebied, waar je alles aan één systeem vastknoopt en achter de meter optimaliseert. Maar je kunt het ook in de vorm van een netwerk doen.”

Van Wees: “Het belangrijkste is dat door een gebied aan elkaar te verbinden en het te integreren, je het energieverbruik kunt optimaliseren en meer bereikt dan wanneer je het niet zou doen.”

Burgers laten participeren in de energietransitie
Omdat de deelnemers bij een energiegemeenschap zelf de touwtjes in handen hebben, is het volgens het IEA een effectieve manier om burgers een stuk eigenaarschap te geven in de energietransitie. Volgens het IEA betrekken en informeren dit soort initiatieven mensen die anders niet mee zouden doen met de transitie naar een nieuw energiesysteem.

Topsector Energie sluit zich hier bij aan, en schrijft over het sociale aspect van energiecollectieven: “Omdat een energiecollectief vaak bottom-up gesticht wordt door betrokken burgers, generen ze vaak ook veel sociale waarde. Zo bevorderen ze een gevoel van onafhankelijkheid (van energieleveranciers) of bevorderen de sociale cohesie in een lokale gemeenschap. Ook vergroten ze daarmee het draagvlak voor het ontwikkelen van meer hernieuwbare opwek en kunnen de motivatie voor energiebesparing vergroten.”

Dit gevoel kan volgens het IEA verder worden vergroot door deelnemers inzicht te geven in hun opwek en verbruik, met digitale informatievoorziening. Hierdoor wordt de bewustheid van individueel gedrag bevordert en worden de economische voordelen van het onderdeel uitmaken van een energiegemeenschap benadrukt. Software die gebruikmaakt van machine learning helpt gebruikers daarnaast verder met energie te besparen en efficiëntie te vergroten.

Een eerlijke energietransitie
Al met al kunnen energiegemeenschappen bijdragen aan een eerlijkere energietransitie. Het IEA noemt als voorbeeld een project in Zuid-Afrika, waar een gemeenschap van dertig woningen op een microgrid werd aangesloten. Dat project was voor een deel in het bezit van de energieleverancier (Eskom), maar betrok leden van de gemeenschap bij de ontwikkeling, installatie, onderhoud en eigenaarschap van het systeem. Hierdoor creëerde het duurzame waarde voor de gemeenschap die er naast energie ook banen en zeggenschap aan over hield.

Het IEA doet dan ook een aantal aanbevelingen om energiegemeenschappen van de grond te laten komen. Financiële ondersteuning is belangrijk, maar juridische kaders en het uitwisselen van ervaringen tussen initiatieven draagt ook bij. In Nederland wordt bijvoorbeeld in de nieuwe versie van de Energiewet herziene regelgeving opgenomen, die mogelijkheden moet creëren voor particulieren of bedrijven die een energiegemeenschap willen organiseren.

Op met name de technische vlakken zijn energiegemeenschappen klaar om een rol te gaan spelen. Slimme software kan helpen bij het afstemmen, lokale hernieuwbare energiebronnen worden steeds goedkoper en de ontwikkeling van opslagmogelijkheden zorgt voor meer flexibiliteit. De innovatie, zoals Topsector Energie aangeeft, zal moeten komen op de sociale en organisatorische vlakken. Als het overheden lukt nieuwe initiatieven ruimte te geven, zien partijen als het IEA de toekomst van energiegemeenschappen steeds positiever in.