Vier keer zoveel jonge mannen als vrouwen zijn technici
06.11.2023 Simone Tresoor

Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt in het kader van de Landelijke Jeugdmonitor dat er in 2022 609.000 jonge mensen tussen de 15 en 35 jaar een afgeronde technische opleiding hadden. Dit zijn in verhouding weinig vrouwen en deze vrouwen gingen ook minder vaak aan het werk in de techniek.
Onder deze jonge technici waren bijna vier keer zoveel mannen (484.000) als vrouwen (125.000). Van de werkende vrouwelijke technici werkte 43 procent in 2022 in een technisch beroep tegenover 65 procent van de werkende mannen.
Zowel vrouwen als mannen kozen het meeste voor werk als ingenieurs en software- en applicatieontwikkelaars, waarbij jonge vrouwen vaker een hbo- of universitair diploma hadden. Zij werkten dan ook vaker dan mannen op beroepsniveau 3 of 4. Beroepen die daarbij passen zijn naast ingenieur, software- en applicatieontwikkelaar, technicus bouwkunde, architect, bioloog of natuurwetenschapper. Jonge technisch opgeleide mannen werkten vaker dan vrouwen op beroepsniveau 2. Bijvoorbeeld als elektricien, automonteur of timmerman.
Het verschil tussen jonge vrouwen en mannen in de keuze voor techniek is al terug te zien in het voortgezet onderwijs. Jongens behalen vaker dan meisjes een havo- of vwo-diploma met een technisch profiel. In examenjaar 2022 waren dit ruim 12.000 jongens tegenover bijna 10.000 meisjes. In 2012 waren dit nog bijna 14.000 jongens en ruim 8.000 meisjes.
Het verschil tussen hoeveel meisjes en jongens een havo- of vwo-diploma behalen met een technisch profiel neemt de laatste jaren af. Dit komt vooral omdat jongens in verhouding minder vaak een technisch profiel kiezen.