Waarom sociale ongelijkheid leidt tot energiearmoede

23.05.2023 Anne Agterbos

Waarom sociale ongelijkheid leidt tot energiearmoede

Op het gebied van techniek zijn we al een heel eind gevorderd in de energietransitie, maar volgens Mariëlle Feenstra (wetenschappelijk directeur bij 75inQ) staat de energietransitie vooral een sociale uitdaging. De samenleving is niet gelijk en huidige interventies vergroten de bestaande ongelijkheid. Solar365 sprak Feenstra over welke type huishoudens kampen met energiearmoede.

De energietransitie slaagt alleen als iedereen klimaatneutraal woont. Voor het draagvlak is het daarom goed dat de energietransitie rechtvaardig is voor iedereen, maar volgens Feenstra is dat momenteel niet het geval. “Als je kijkt vanuit een bestuurlijke lens dan vergroten de interventies momenteel bestaande ongelijkheid. De toegang tot technologie is voor een deel van de samenleving niet mogelijk.”

Feenstra legt dit toe aan de hand van een voorbeeld: “Wanneer je zonnepanelen plaatst op je dak kan je subsidie krijgen, wat super goed is. Alleen een groot deel van de samenleving komt überhaupt niet in aanmerking voor een dergelijke subsidie. Niet iedereen is eigenaar van een dak en niet iedereen kan de investeringskosten opbrengen. Daarnaast is het aanvragen van een subsidie voor iedereen lastig, maar vooral voor Nederlanders die kampen met functionele ongeletterdheid is dit een grote uitdaging.”

De genderlens in de energietransitie
Binnen het sociale veld kijkt Feenstra specifiek vanuit een genderlens naar de energietransitie. “Vrouwen verdienen nog altijd minder dan mannen, en staan daarmee in een andere inkomensuitgangspositie. Daarnaast zijn vrouwen oververtegenwoordigd in de huurdersgroep, en dan vooral onder de sociale huurders. Het is een cumulatief proces waarbij vrouwen minder verdienen dan mannen, vaker een tijdelijk contract hebben en moeilijker aan een hypotheek kunnen komen.”

Feenstra vertelt verder: “Energiearmoede wordt vaak afgespiegeld als een isolatieprobleem, dat door het plakken van tochtstrips en betere isolatie kan het worden aangepakt. Maar economische- en sociale ongelijkheid heeft ervoor gezorgd dat mensen in eerste instantie terecht komen in huizen met een isolatieprobleem.”

“Vrouwen zijn ook oververtegenwoordigd onder ouderen, want vrouwen worden nog steeds ouder dan mannen. Ze zijn oververtegenwoordigd in één-persoonshuishoudens: als ouderen of huishoudens met een zorgtaak. Hieronder vallen mantelzorgers en alleenstaande ouders”, aldus Feenstra. De cijfers liegen er niet om: 20 procent van de mensen die leven in energiearmoede zijn alleenstaande moeders.

Energiearmoede
“Niet iedereen die niet meekomt in de energietransitie is per definitie energiearm”, legt Feenstra uit. “Maar het versterkt elkaar wel. Zeker als energieprijzen stijgen wordt het een nijpend issue en een politiek heet hangijzer.”

Feenstra legt uit welke type huishoudens kwetsbaar zijn voor energiearmoede: “Wanneer huizen beter zijn geïsoleerd en comfortabeler zijn kan je profiteren van de energietransitie. Maar om mee te kunnen doen met de energietransitie moet je wel een huisbaas hebben die daar moeite en financiën in wil steken, of zelf woning eigenaar zijn.”

“Voor huishoudens met een zorgtaak (waarbinnen vrouwen worden oververtegenwoordigd) ontbreekt er vaak de keuzevrijheid om zuinig om te gaan met energie. Zuinigheid komt in deze gevallen niet voort uit gedragsverandering, maar uit bittere noodzaak vanwege omstandigheden. Deze groep zou enorm profiteren van de energietransitie juist omdat ze relatief veel geld uitgeven aan energiekosten.”

Huishoudens in energiearmoede
Naast vrouwen zijn er ook andere sociale groepen kwetsbaarder voor energiearmoede, vertelt Feenstra. “Er bestaat veel diversiteit in huishoudens achter de voordeur: er zijn gezinnen met verschillende etnische voorkeuren, waarbij meerdere warme maaltijden per dag onderdeel is van het eetpatroon. Ook zie je fluïditeit in eenoudergezin, wanneer kinderen afwisselend bij hun vader of moeder zijn.”

Vooral alleenstaande vrouwelijke ouderen kunnen vaak niet mee komen in de energietransitie. De groep heeft een hogere warmtebehoefte, blijft vaak langer leven dan hun (mannelijke) partner, leven in een ouder, slecht geïsoleerd huis en heeft niet de emotionele flexibiliteit om hun huis nog te verduurzamen. “Deze groep is heel onzichtbaar in energiearmoede cijfers omdat ze keurig hun rekening betalen, maar zijn toch steeds meer geld kwijt aan hoge energierekeningen”, aldus Feenstra.

Ook groepen van gemengde woonvormen en huurders in vrije sector vallen regelmatig tussen wal en schip. Woongroepen of studenten konden bijvoorbeeld geen aanspraak doen op energietoeslagen. Daarnaast zijn de huisjesmelkers vaak niet bereid om mee te bewegen in de energietransitie.

Hoe wordt het gelijker?
Volgens Feenstra zijn er genoeg technologische oplossingen die de energietransitie ondersteunen, maar de uitdaging ligt in het structureel oplossen van armoede doormiddel van deze technologieën.  De energietransitie is volgens Feenstra een goed momentum om meerdere problemen tegelijk aanpakken.

Samenwerking tussen verschillende disciplines zoals sociale zaken en onderwijs is nodig om in kaart te brengen wie daadwerkelijk in energiearmoede leven. Wat hebben mensen nodig om hun energiegebruik te begrijpen? Waar liggen de snelle oplossingen in je huis? Wat voor energiecontract heb je? En op welke toeslagen heb je recht? Dit zijn vragen die bestuurders volgens Feenstra moeten stellen.

Ook het bieden van openbare plekken zoals de warme huiskamers in bibliotheken kan bijdragen aan het verlagen van de energierekening en tegelijkertijd sociaal isolement verminderen.

Ook energiecoöperaties kunnen hun steentje bijdragen in de energietransitie. Volgens Feenstra is het belangrijk dat energiecoöperaties meer in contact staan met de consument. Daarnaast is er meer diversiteit in inspraak bij energiecoöperaties nodig.

75inQ
75inQ zet zich in voor gendergelijkheid en betaalbare en duurzame energie. In de afgelopen twee jaar hebben achthonderd vrouwen zich via 75inQ ingezet voor de energietransitie doormiddel van netwerkbijeenkomsten, trainingen en het delen van vacatures. Daarnaast doet 75inQ onderzoek voor ministeries en Europese commissies, om op deze manier beleid te beïnvloeden.