'België doet er alles aan om netcongestie te vermijden'

15.04.2024 Matthias Vanheerentals

©Elia

Het is niet uit te sluiten dat netcongestie in de toekomst ook in België grootschalig zal voorkomen. Elia, de Belgische hoogspanningsnetbeheerder heeft een kaart uitgebracht (de zogenaamde hosting capacity map) die mogelijke congestieproblemen in beeld brengt in bepaalde zones in 2025 of 2032. Op die plaatsen kunnen er geen nieuwe grote aansluitingen komen. De kaart is op hoofdlijnen geruststellend, maar gaat er wel vanuit dat alle investeringen op tijd klaar zullen zijn, stelt David Zenner, hoofd van de klantendienst van Elia.

Nederlandse toestanden van netcongestie – waar netbeheerders eigenaren van elektrische auto’s vragen om deze niet op te laden tussen vier uur ’s middags en negen uur ‘s avonds én waar sommige nieuwbouwwijken niet worden aangesloten op het net – zijn er voorlopig nog niet in België. “Globaal kunnen we tegemoet komen aan de vragen die we vandaag zien”, zegt Zenner.

“We krijgen het wel moeilijker met de toename in het elektriciteitsverbruik en nieuwe aansluitingen van grote vermogens. In bepaalde regio’s wordt het moeilijker om bijkomende vermogens aan te sluiten. In sommige zones lopen we daar toch wel tegen de limieten aan. Vandaag de dag moeten we tegen bestaande en nieuwe industriële spelers in sommige zones zeggen dat ze de eerste vier of vijf jaar naar een andere locaties moeten gaan. Batterijen kan je altijd op een andere locatie zetten.”

Investeringsplan
De hosting capacity map van Elia schetst een beeld van de beschikbare capaciteit in '25 en '32 bovenop de nog te bouwen capaciteit. Elia is dankzij een groot investeringsplan positief gestemd over de toekomst. Dat plan moet tegen de horizon van 2030 tot 2032 meer ruimte op het net creëren en zo de verdere elektrificatie van de industrie en de samenleving mogelijk maken.

Dat plan is onder andere gebaseerd op alle aanvragen en plannen vanuit de industrie. Bij Elia weten ze momenteel al welke elektriciteitstoepassingen op korte termijn als eerste voor (grotere) problemen zullen zorgen. “Elektrische wagens zitten daarbij, maar kunnen, als ze slim geladen worden deel uitmaken van de oplossing. Dat zal een gamechanger zijn”, zegt Zenner.

Batterijen in het algemeen kunnen volgens Elia bijdragen aan oplossingen, waarbij slimme software voor meer evenwicht kan zorgen. “We geloven dat elektrische applicaties – wagens, boilers of warmtepompen –  flexibel gaan beheerd moeten worden. Het is zinloos dat alle wagens op hetzelfde moment zullen laden. Een slim algoritme bepaalt wanneer we het best gaan laden. Dat gaat ervoor zorgen dat niet iedereen op de avondpiek zit wanneer de elektriciteit zeer duur is”, zegt Zenner.

“Slimme boilers maken warm water op het moment dat dat het beste is. Het warm water kan gebufferd en vastgehouden worden waar nodig. In Noorwegen worden warmtepompen op dynamische prijzen aangestuurd. Er zijn bij ons nog veel barrières, zoals de digitale meter. Je moet een juist prijssignaal krijgen dat bij de consument geraakt. We moeten evolueren naar een systeem van comfortlevels.”

Grote gevolgen
Volgens Zenner heeft dit alles ook gevolgen voor de ontwikkeling van zonne-energie in de komende jaren. Volgens hem moet deze sector slim aangestuurd worden. “In periodes met veel zon hebben we te veel aan elektriciteit. We noemen dat een incompressibiliteit. Je kan dat niet gaan verminderen. Je kan niet op al die daken gaan tussenkomen”, stelt hij.

“De oplossing is om de energie slim te sturen, zodat er nog meer zon geïntegreerd kan worden in het systeem. We moeten de verbruikszijde slim maken, zodanig dat we zon, wind, energie kunnen integreren in het systeem. En ervoor zorgen dat er op bepaalde momenten – als er te veel elektriciteit in het systeem is – we ons verbruik laten stijgen. Het gaat over beter verbruiken. Niet altijd minder of meer, maar beter.”

De zonne-energie is in België gedecentraliseerd. “Er zijn geen zonneparken. De zonnepanelen liggen allemaal op huizen, grote gebouwen, magazijnen of industriële gebouwen. Er is al 8 gigawatt zonne-energie geïnstalleerd op een systeempiek van 12 gigawatt, wat veel is.”

Versnellende elektrificatie
In de Adequacy and flexibility study for Belgium (2024-2034) schetst Elia een versnellende elektrificatie in de komende tien jaar. Die wordt in Nederland ook al jaren voorspeld, maar ondanks meer elektrificatie van bedrijfs- en productieprocessen neemt het totale elektriciteitsgebruik maar nauwelijks toe in Nederland.

Ook in België bestudeert Elia de situatie en maakt het een inschatting wat het verbruik de komende tien jaar zal zijn. “We zitten met een grotere stijging door de elektrificatie van de industrie dan we ingeschat hebben. Het industrieel verbruik is anderhalf keer hoger in 2023 dan in 2019”, zegt Zenner.

Elia ondervraagt de bedrijven die aangesloten zijn op het net jaarlijks over hun plannen de komende tien jaar. “We gaan na wat de opties zijn om het energieverbruik te verduurzamen. Dat hoeft niet enkel elektrificatie te zijn, maar kan ook waterstof of CCS (carbon capture and storage) zijn. Elk jaar kan er variatie zitten op het energieverbruik”, zegt Zenner.

“Als het economisch minder goed gaat, worden projecten uitgesteld. Na elke crisis kreeg je een vraagdestructie. De hoge energieprijzen hebben er toe geleid dat mensen nog efficiënter omgaan met energie. Als we alle oefeningen doen, houden we daar rekening mee. Er zijn concrete projecten die aantonen dat het niet onrealistisch is.”

Volgens Elia wordt in 2026 en 2027 een significante toename van het elektriciteitsverbruik verwacht. “2026 en 20127 zullen scharnierjaren zijn door elektrificatie van het wagenpark in 2026. De bedrijfswagens zullen elektrisch zijn. Op residentieel niveau zal je een grote stijging krijgen. De industrie zal een of twee jaar later volgen.”

In België lopen heel wat sectoren voorop in het elektrificeren van hun bedrijfs- en productieprocessen. Volgens Elia gaat het om de sectoren chemie, staal en de voedingsindustrie. “Er zijn nog andere sectoren. Het is moeilijk om dat tot één sector te herleiden. We zien dat de grote verbruikers die als eerste gaan elektrificeren de zeer grote gebruikers zijn die ook in het Europese emissiehandelssysteem zitten”, zegt Zenner.

“Doordat men de certificaten afbouwt, wordt de prijs alleen maar duurder. De industrie wordt door het emissiehandelssysteem zwaar getriggerd om de kostn onder controle te houden. We zien ook sectoren waar men in een lage temperatuursrange zit, vooral voor levensmiddelen. Die hebben voor hun processen warmte nodig die behapbaar is, tot 150 à 200 graden Celsius. Daar zien we een toename van het gebruik van industriële warmtepompen die een hoog rendement hebben.”

Clusteren bedrijventerreinen
In Nederland wordt veel verwacht van het clusteren van bedrijventerreinen in energiehubs om zo de belastingsprofielen van deze bedrijven te matchen en het elektriciteitsnet efficiënter te gebruiken.  Elia heeft zich voor de identificatie van vraag en aanbod per cluster of energiehub, geïnspireerd op dat Nederlands model.

“In België zijn er elektrische zones die geografisch bepaald worden, zoals de Antwerpse haven, de Gentse haven, de Kustregio en de haven van Luik. Die clusters werken de dag van vandaag al complementair samen. Als verschillende bedrijven verschillende aanvragen hebben, kan je in al die aanvragen een no regret-scenario gaan bereiken om dan de infrastructuur daar op te voorzien. We kijken welke potentiële nieuwe clusters er kunnen komen”, zegt Zenner.

“We doen de oefening op de industriële bedrijven die aangesloten zijn op ons net met Fluvius, de netbeheerder op lagere spanningsniveaus. Eind april wordt een eerste energiegrid gelanceerd. In Bornem gaan we een cluster in kaart brengen: we gaan na wat daar leeft en wat de plannen zijn van de industriële bedrijven die aangesloten zijn op Elia. Dan kunnen we nagaan wat de totale nood is van de energieclusters.”

Extra middelen voor flexibiliteit
In de Adequacy and flexibility study for Belgium (2024-2034) stelt Elia dat flexibiliteit een kernstrategie wordt voor de komende jaren. “We zijn gestart in 2019 door naar buiten te komen met een white paper om de markt te organiseren rond de consument. Als het goed is voor de consument is het goed voor het systeem. We hebben ook gekeken welke flexibiliteit de consument heeft en hoe die consument die flexibiliteit gaat organiseren, zodanig dat die aangewend kan worden in het systeem”, aldus Zenner.

“We werken technologieonafhankelijk, waarbij flexibiliteit van de vraagzijde correct vergoed wordt. Er is meer en meer hernieuwbare energie in Europa en het is belangrijk om die in verschillende hubs met elkaar te verbinden. Op het ene moment kan je het te veel aan energie exporteren en op andere momenten de tekorten gaan importeren. Als we naar interconnectie kijken, moet dat de welvaart in Europa en België verhogen. Uit een studie van drie jaar terug blijkt dat als je het Europees opwekprofiel van zonne-energie en gebruiksprofiel van energie met elkaar matcht, je over de jaren heen een stabiel product krijgt.”

Rest de vraag hoeveel extra netruimte het toevoegen van flexibiliteit de komende jaren kan opleveren. “Het is moeilijk om dat exact te bepalen. Flexibiliteit kan helpen om sneller aan te sluiten. Dankzij flexibiliteit kan je dichter gaan aansluiten en heb je ook minder aansluitingskosten”, zegt Zenner.

“Bijkomende flexibiliteit heeft een positief effect op de systeemkosten. We vermijden zo om extra centrales te moeten bouwen om de piek aan te kunnen. Op dat niveau moeten we minder reserves contracteren, wat ook een winst heeft op de systeemkosten, wat zich weer vertaalt in de tarieven.”