Er is veel meer inzet nodig op energiebesparing
14.05.2024 Paul Schenderling Programmaleider bij Postgroei Nederland
Er is veel meer inzet op energiebesparing nodig om de doelen van Parijs binnen bereik te houden. Op de Klimaatconferentie van Dubai 2023 (COP28) is daarom afgesproken dat landen het tempo waarmee ze hun energie-efficiëntie verbeteren vóór 2030 verdubbelen. Deze maatregel heeft verstrekkende gevolgen en is hoogstwaarschijnlijk alleen haalbaar als er aanpassingen komen in consumptiepatronen. Denk aan minder maar betere elektrische apparaten, minder grote (elektrische) auto’s, ander energiegebruik enzovoort.
Deze afspraak van COP28 heeft verstrekkende gevolgen. Om te beginnen een toelichting op de termen: Het Internationale Energieagentschap (IEA) – die de afspraak om energie-efficiëntie veel sneller te verbeteren voorgesteld en sterk aanbevolen heeft – definieert verbetering van de energie-efficiëntie als vermindering van de energie-intensiteit van de economie.
Energie-intensiteit is gedefinieerd als de energievraag per eenheid reëel bbp, reëel bbp betekent bbp gecorrigeerd voor inflatie. Een betere energie-efficiëntie betekent dus dat er per eenheid product minder energie verbruikt wordt.
De definitie van het IEA is een relatieve doelstelling van energiebesparing, namelijk energiebesparing ten opzichte van de (groeiende) economie. In de herziene energie-efficiëntierichtlijn (EED) van de EU uit 2023 is afgesproken dat het finale energieverbruik in 2030 met tenminste 11,7 procent moet zijn gedaald ten opzichte van het referentiescenario uit 2020. Dat is een absolute doelstelling van zo’n 1 procent energiebesparing per jaar.
Ter vergelijking: in de afgelopen twintig jaar daalde in Nederland het energieverbruik in absolute zin slechts met zo’n 0,5 procent per jaar. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) verwacht daarom dat het EED 2030-doel, afgesproken vóór COP28, al lastig te halen zal zijn. Het finale energieverbruik in Nederland was in 2019 zo’n 700 terawattuur. Met de meest recente klimaatplannen van het Rijk haalt Nederland het aangescherpte EED 2030-doel alleen als alles meezit, dat stelt het PBL in de Klimaat- en Energieverkenning 2023.
Met de afspraak van COP28 erbij moet daar dus nog eens een flinke schep bovenop. De (relatieve) energie-efficiëntieverbetering moet worden verdubbeld. Ik heb nagerekend dat dit betekent dat het absolute energiebesparingstempo zoals nagestreefd door de Nederlandse overheid ook grosso modo zal moeten verdubbelen, van 1 procent naar zo’n 2 procent per jaar.
Aanpassing van consumptiepatronen is cruciaal
Laten we de beide scenario’s, vóór COP28 (EED 2023) en na COP28, eens vergelijken, zie bovenstaande grafiek. We zien dat Nederland in het eerste scenario 25 procent energiebesparing zou moeten realiseren en in het tweede scenario ruim 40 procent.
Binnen het huidige paradigma van groene groei proberen we deze energiebesparingsopgave te combineren met economische groei. Dat maakt realisatie van deze opgave aanzienlijk onwaarschijnlijker. Een extra reden om postgroei te overwegen.
De voornaamste conclusie van deze korte analyse is dat we nog veel harder aan de bak moeten met energiebesparing, met maximale inzet van bedrijven, consumenten en overheden. Aanpassing van consumptiepatronen zal de kans op succes flink vergroten. En die kans willen we niet missen: de inspanningen die we tussen nu en 2030 doen, bepalen of de opwarming van de aarde wel of niet binnen de 2 graden Celsius blijft.