Aankondiging grootste circulaire zonne-energiesysteem ter wereld steun in de rug voor duurzamere, Europese zonnepanelen
14.05.2024 Jan de Wit
ENGIE, SABIC en Solarge gaan gezamenlijk het grootste circulaire zonne-energiesysteem ter wereld bouwen. De installatie van 2,4 megawatt zal de SABIC-site in Genk in ongeveer 5 procent van zijn energiebehoefte gaan voorzien en hiermee zo’n 800 ton CO2-uitstoot per jaar vermijden. Een belangrijk teken dat grote partijen wel degelijk bereid zijn een meerprijs te betalen voor duurzaam geproduceerde zonnepanelen, zeker nu de Europese productie onder druk staat doordat China panelen levert tegen dumpprijzen.
ENGIE, SABIC en Solarge hebben de handen ineen geslagen om de grootste circulaire zonne-energie-installatie ter wereld te gaan bouwen. De zonnepanelen van Solarge zijn volledig recyclebaar en wordt gemaakt met SABIC PP-compounds (polypropyleen) – in plaats van glas en aluminium, waardoor de panelen 50 procent lichter zijn ten opzichte van een zonnepaneel met een vergelijkbare opwekcapaciteit.
Het systeem zal worden geïnstalleerd op het dak van de site van SABIC in Genk, waar de dakconstructie maximaal 6,5 kilo per vierkante meter aan extra belasting kan dragen. Hierdoor bleek een zonne-energiesysteem met normale zonnepanelen geen optie en kwam Solarge in beeld. Behalve dat ENGIE het project financiert, zijn de Solarge-panelen ook uitvoerig getest door ENGIE Laborelec, het onderzoekscentrum van de ENGIE Groep.
ENGIE zal de ongeveer 4.700 zonnepanelen deze zomer gaan installeren, de installatie onderhouden en de zonnestroom met een PPA (power purchase agreement)-constructie vervolgens aan SABIC verkopen. Deze zal de stroom direct kunnen gebruiken voor zijn productieprocessen. De verwachte jaarlijkse opbrengst van 2.000 megawattuur zal zo’n 3 tot 5 procent van de energiebehoefte van de SABIC-site gaan dekken.
“Als onderdeel van onze duurzaamheidsstrategie om in de energietransitie een leidende rol te spelen, werkt SABIC samen met industrieleiders in haar vakgebied aan innovatie. Bijzonder aan dit project is dat onze site in Genk de materialen levert voor de productie van de zonnepanelen door Solarge”, zegt Ana Maria Acevedo, site director van SABIC Genk en Bergen op Zoom.
Dat de Solarge-panelen daarnaast recyclebaar zijn, geen PFAS bevatten en lokaal worden geproduceerd heeft ook een grote rol gespeeld in de projectkeuzes legt Thomas Jolie, senior business developer bij ENGIE, uit. Solarge-CEO Jan Vesseur: “Het feit dat ENGIE bevestigt dat de duurzaamheidskenmerken van onze zonnepanelen een belangrijke stap voorwaarts betekenen is voor ons een teken dat we op de goede weg zijn. Dit is een mooi voorbeeld van een project waarvoor tot voor kort geen oplossing voorhanden was en waar nu een zeer duurzaam zonnestroomsysteem geplaatst zal worden.”
Scherpere wet- en regelgeving nodig
De Belgische wet- en regelgeving heeft eveneens een belangrijke rol gespeeld in het tot stand komen van dit circulaire zonne-energieproject, zo maken de partijen duidelijk. Tegen 30 juni 2025 zijn zonnepanelen verplicht op gebouwen waar de elektriciteitsafname hoger is dan 1 gigawattuur per jaar, daarbij wordt gestuurd op zonnepanelen met een steeds lagere CO2-voetafdruk.
De CO2-voetafdruk van de Solarge-zonnepanelen ligt een kwart lager dan een gemiddeld zonnepaneel en na 25 jaar kunnen de panelen worden hergebruikt. “Met onze ketenpartners zijn we nog in gesprek over welke prijs we daarvoor willen betalen, maar we garanderen dat we de zonnepanelen aan het eind van hun levensduur weer terug zullen nemen”, stelt Huib van den Heuvel, CCO van Solarge.
“De gigantische afvalberg van normale zonnepanelen die aan het einde van hun levensduur zijn, wordt steeds groter en zal in de toekomst echt een gigantisch probleem worden als we niks doen. We moeten onze lineaire productieprocessen circulair maken en afval gaan zien als grondstof. Het is daarom belangrijk dat het Nederlandse beleid en wet- en regelgeving in lijn komt met wat wij als samenleving belangrijk vinden: geen PFAS-gebruik en geen toekomstige afvalberg.”
In Nederland sturen de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) en de BENG (Bijna Energieneutrale Gebouwen)-norm ook op het vergroten van de opwekcapaciteit van hernieuwbare energie, met opwektechnologieën die zelf ook een steeds kleinere CO2-voetafdruk hebben. Volgens Van den Heuvel kan daar nog wel een schepje bovenop: “Met de huidige recyclingbijdrage geven we de consument bijvoorbeeld de illusie dat we zonnepanelen voor 1 euro per stuk kunnen recyclen, dat kan natuurlijk niet. Die zal vele malen hoger moeten komen liggen wil je kunnen spreken van een eerlijke bijdrage.”
Een Europese productiecapaciteit
De Solarge-panelen danken hun lagere CO2-voetafdruk met name aan een kleinere hoeveelheid benodigde productiematerialen en een kortere productieketen. “Zo wordt de polypropyleen door SABIC in Genk gemaakt en de back sheets door een partner in Duitsland. Wanneer onze productielijn in Weert op volle kracht draait willen we de back sheets uiteindelijk ook zelf gaan produceren”, aldus Van den Heuvel.
“Verder voegen we tags toe aan de verschillende onderdelen van de panelen. Die geven zo per paneel veel nauwkeurigere informatie door, waardoor er meer ruimte tot optimalisatie ontstaat. Zo willen we een afwijkend product met meerwaarde produceren waarmee we een vuist kunnen maken tegen de goedkopere massaproductie van Chinese panelen.”
In de afgelopen maanden zijn verschillende Europese fabrikanten van zonnepanelen, -wafers en -cellen in de problemen gekomen. De belangrijkste reden is dat Chinese fabrikanten hun verkoopprijzen drastisch hebben verlaagd en een gigantisch aanbod aan goedkope zonnepanelen hebben gecreëerd.
“Wij kunnen onze panelen nu produceren voor 50 cent per wattpiek, terwijl Chinese panelen worden gedumpt voor zo’n 15 cent per wattpiek. Het gaat hier echt om dumpen, want de echte kostprijs van deze Chinese panelen ligt op 23 tot 24 cent per wattpiek. Daar kunnen wij ook naartoe als we kunnen opschalen naar een productiecapaciteit van 1 gigawatt”, stelt Van den Heuvel.
Dan is er volgens hem wel een level playing field nodig, waarbij de bescherming van de politiek verder gaat dan alleen woorden. “We zijn met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat in gesprek over een bijdrage aan het Nationaal Groeifonds, maar dan moet dat fonds natuurlijk wel blijven bestaan. We zijn ons ondertussen ook aan het oriënteren op Nigeria en de VS, dat dankzij de Inflation Reduction Act erg interessant is”, zegt Van den Heuvel.
“Misschien breiden we onze productiecapaciteit wel op meerdere fronten uit, maar dan moet er wel wat gebeuren. Voorlopig moeten we het nog hebben van bedrijven die met een dakconstructie zitten die weinig gewicht kan dragen en willen investeren in zonnepanelen met een duurzame meerwaarde.”