Duurzaamheidseconomen pleiten voor het verleggen van de energietransitiekosten

06.05.2024 Jan de Wit

Duurzaamheidseconomen pleiten voor het verleggen van de energietransitiekosten

In een brief aan de formerende partijen stelt het Sustainable Finance Lab, een denktank voor duurzaamheidseconomen, onder andere dat het volgende kabinet er goed aan zou doen om de energietransitie voor iedereen betaalbaar te maken. De economen pleiten er daarom voor om klimaatschade in alle economische sectoren te beprijzen, fossiele subsidies af te schaffen en de laagste inkomens meer dan geheel te compenseren voor het energiezuinig maken van hun huis.

Volgens de economen van het Sustainable Finance Lab is het herstellen van het vertrouwen in politiek en overheid de grote uitdaging voor het nieuwe regeerakkoord. Dat betekent volgens hun ook dat de manier waarop Nederland met geld en vermogen omgaat moet veranderen, dat geldt ook voor de manier waarop de financiële instituties zijn georganiseerd.

Concreet stelt het Sustainable Finance Lab voor dat extra overheidsuitgaven vooral worden gefinancierd met belastingen op de hogere vermogens, dat de energietransitie voor iedereen betaalbaar wordt gemaakt, dat de financiële dimensie van de wooncrisis wordt meegenomen, dat er stappen worden gezet naar een stabiele en dienstbare financiële sector en dat er tegenwicht wordt geboden aan aandeelhouders in het bedrijfsbestuur.

Dat verschillende organisaties vergelijkbare geluiden hebben laten horen in de laatste jaren is volgens het Sustainable Finance Lab een teken dat hier zowel brede steun voor leeft, als dat de implementatie politiek moeilijk ligt. “Echter, de steeds nijpender problemen rond de bestaanszekerheid, of het nu gaat om inkomen, wonen of duurzaamheid, verdwijnen niet vanzelf. De problemen dreigen alsmaar verder toe te nemen en onbeheersbaar te worden”, aldus de duurzaamheidseconomen.

Vorig jaar bleek uit onderzoek van Berenschot dat vooral huishoudens met lage inkomens getroffen zullen worden door stijgende gasbelasting, netbeheerkosten en energieprijzen. Ook de kosten voor klimaatbestendig wonen en het herstellen van klimaatschade zullen een grotere impact hebben op huishoudens met lage inkomens, bleek uit onderzoek van ING, Rabobank en ABN AMRO.

Het Nationaal Klimaat Platform pleitte in zijn rapport aan Rob Jetten, inmiddels demissionair minister voor Klimaat en Energie, dan ook voor meer aandacht voor richting, ruimte en rechtvaardigheid in het energietransitiebeleid. Dit is belangrijk omdat de energietransitie alleen slaagt als iedereen uiteindelijk klimaatneutraal woont. Voor het draagvlak is het essentieel dat de energietransitie rechtvaardig wordt uitgevoerd, aldus Mariëlle Feenstra, wetenschappelijk directeur bij 75inQ.

Hoe kan de energietransitie beter betaalbaar worden?
Het Sustainable Finance Lab merkt op dat veel van de klimaatsubsidies vooral bij huishoudens met hoge inkomens terechtkomen, terwijl huishoudens met lage inkomens vaak met slecht geïsoleerde huizen zitten. Om de energietransitie betaalbaar voor iedereen komt de duurzaamheidseconomen met een aantal concrete voorstellen.

In aanvulling op het Europese emissiehandelssysteem zouden ook alle andere sectoren en bedrijven een prijs moeten betalen voor de door hun veroorzaakte klimaatschade. Daarnaast zouden alle fossiele subsidies moeten worden afgeschaafd. Zo zou iedere vervuiler zijn eigen klimaatschade betalen. Nu betalen de hoogste inkomens nog relatief weinig voor de klimaatschade die zij veroorzaken.

De kosten voor de verduurzaming van de huishoudens met de laagste inkomens zouden meer dan volledig moeten worden gedekt. Via hogere uitkeringen, verhoging van het minimumloon of een inkomensonafhankelijke toelage zouden zij volgens het Susainable Finance Lab moeten worden gecompenseerd.

Het bestaande Nationale Groeifonds zou met InvestNL moeten worden samengevoegd tot een volwaardige publieke investeringsbank. Deze bank zou met private partijen investeringen kunnen doen die via de markt niet haalbaar zijn. Hiermee kan de overheid ook meer de regie naar zich toetrekken.

Ten slotte zou er volgens de economen een Europees fonds moeten komen voor staatsinvesteringen, moet de Europese Centrale Bank de mogelijkheid krijgen om de rente voor bepaalde groene investeringen te verlagen en zou het Internationaal Monetair Fonds meer mogelijkheden moeten krijgen om te investeren in de energietransitie van ontwikkelingslanden.

Wat dragen de overige deeloplossingen bij?
Van de vijf voorstellen die het Sustainable Finance Lab aan de formerende partijen doet, is het voor iedereen betaalbaar maken van de energietransitie de meest relevante voor de (hernieuwbare) energiesector. Toch hebben de andere vier voorstellen ook raakvlakken.

Extra overheidsuitgaven uit hogere belasting op de grotere vermogens en lagere belasting op arbeid betekent heel concreet dat een installateur meer gaat verdienen zonder dat het installatiebedrijf meer kosten gaat maken en het installatiebedrag hoeft te stijgen. Ook betekent deze verschuiving van de belastingdruk uiteindelijk dat lage inkomens gemiddeld meer overhouden om te kunnen verduurzamen.

Om dit effect te versterken zou de financiële dimensie van de wooncrisis volgens het Sustainable Finance Lab tegelijk geadresseerd moeten worden. Een van de voorstellen die zij hiervoor doen is om afspraken te maken met de woningbouwcorporatiesector om voldoende financieringscapaciteit voor de verduurzaming en uitbreiding van de sociale woningvoorraad te realiseren.

Voor de financiële sector zou het verplicht moeten worden om duidelijke klimaat- en natuurtransitieplannen op te stellen. Dit moet inzichtelijk maken waar de klimaatrisico’s van financiële instellingen op de lange termijn zitten. Zowel oplopende klimaatschade aan huizen als een teruglopende vraag naar fossiele brandstoffen is immers een risico voor een financiële instelling.

Ten slotte zou er meer tegenwicht aan aandeelhouders moeten worden geboden om niet alleen naar financieel rendement op de korte termijn te kijken. Het Sustainable Finance Lab wijst daarbij op de Nederlandse pensioenfondsen die steeds meer uitgaan van een brede welvaartsbenadering. Het bevoordelen van alternatieve ondernemingsvormen zoals coöperaties en steward-owned ondernemingen zou hier volgens de duurzaamheidseconomen kunnen helpen.

De problemen die het Sustainable Finance Lab ziet rondom bestaanszekerheid van inkomen, wonen en duurzaamheid moeten door het volgende kabinet worden aangepakt. “De problemen dreigen alsmaar verder toe te nemen en onbeheersbaar te worden. Nu is daarom het moment dat u als politiek voorbij zult moeten gaan aan bepaalde deelbelangen, hoe machtig en luid deze ook zijn.”