Nederland en Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Saba en Sint Eustatius zijn tot een gemeenschappelijke klimaataanpak gekomen, dat meldt het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De overeenkomst omvat zowel financiële steun als het versnellen van de energietransitie door de opwekcapaciteit van wind- en zonne-energie uit te breiden.

De focus van de samenwerking ligt op de uitbreiding van de opwekcapaciteit, opslag en gebruik van wind- en zonne-energie, terwijl ondertussen het gebruik van fossiele brandstoffen wordt afgebouwd. De overeenkomst is vooral van belang vanwege de natuurlijke kwetsbaarheid van het Nederlandse Caribisch gebied voor de gevolgen van klimaatverandering. De financiering wordt mogelijk gemaakt uit de Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaatransitie (SDE++).

In 2022 gaf het ministerie van Economische Zaken en Klimaat 33,6 miljoen euro uit aan wind- en zonne-energiesystemen en een batterij op de eilanden Bonaire, Saba en Sint Eustatius, met als doel om de productie van hernieuwbare elektriciteit te stimuleren. Hiermee kan in 2025 80 procent van de elektriciteit op het eiland met duurzame bronnen opgewekt.

Het nieuwe klimaatakkoord (2024) zal een vervolg krijgen met een op maat gemaakt klimaatactieplan voor de eilanden Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Verdere gesprekken om de projecten uit te werken en de onderlinge samenwerking te versterken zullen plaatsvinden in oktober 2024, wanneer Curaçao en Nederland de tweede Caribische klimaat- en energieconferentie zullen houden.