Nieuwe Zonnebrief bevestigt gigantische potentie zonne-energie, maar stelt ook beperkingen
07.07.2023 Jan de Wit

Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, heeft een tweede Zonnebrief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin hij de vorderingen op het gebied van zonne-energie schetst en hoe het kabinet de opwek van zonne-energie duurzaam door wil laten groeien. Op daken en gevels ziet het kabinet potentie voor 145 gigawatt in 2050 en op terreinen en objecten binnen bebouwd gebied en in landelijk gebied nog eens 9,5 gigawatt. Maar landbouw- en natuurgronden moeten “waar mogelijk ontzien” worden. “Onbegrijpelijk” vindt Holland Solar.
In 2022 is er 4,2 gigawatt aan opwekcapaciteit van zonne-energie bijgeplaatst. Ondanks een energiecrisis – of juist dankzij – en alle daardoor ontstane problemen een recordgroei. Waar het aantal huishoudens met zonnepanelen namelijk fors groeide, nam het aantal gerealiseerde projecten ten opzichte van het voorgaande jaar voor het eerst af.
Lees ook: Nationaal Solar Trendrapport 2023: 'Energiecrisis veroorzaakt forse groei én stagnatie'
“Nederland is in een paar jaar tijd koploper geworden op het gebied van zonne-energie en daar mogen we trots op zijn. In 2022 hebben we gezamenlijk ruim 4,2 gigawatt laten installeren. Die groei willen we doorzetten. Zonne-stroom levert een grote bijdrage op weg naar een klimaatneutraal elektriciteitssysteem in 2035", aldus minister Jetten.
Het kabinet zegt te verwachten dat die groei de komende jaren gaat doorzetten tot mogelijk 173 gigawatt in 2050, maar wil daarbij meer in gaan zetten op kwaliteit en slim ruimtegebruik. Hoewel het kabinet in het Nationaal Plan Energiesysteem nog stelde in te willen zetten op maximale groei van de elektriciteitsproductie tot 2035, blijken daar een paar dagen later tóch beperkingen aan te zitten.
Lees ook: Nationaal Plan Energiesysteem: ‘Maximale groei van de elektriciteitsproductie is no-regret tot 2035’
Het kabinet wil de groei van zonne-energie namelijk realiseren binnen randvoorwaarden rond de ruimtelijke aspecten, verantwoorde en kwalitatieve ontwikkeling, netcapaciteit en systeeminpassing, rechtvaardige verdeling van de baten, vergroting van de Nederlandse en Europese productiecapaciteit en veilig werken en installeren.
Ruimtelijke aspecten
Concreter betekent dit dat het kabinet qua ruimteplanning wil gaan werken met de vier treden van de Voorkeursvolgorde Zon. Pas als daken en gevels (trede 1), terreinen en objecten binnen bebouwd gebied (trede 2) en terreinen en objecten in het landelijk gebied – met uitzondering van landbouw- en natuurgronden (trede 3) onvoldoende mogelijkheden bieden voor de ontwikkeling van zonne-energie, komen landbouw- en natuurgronden (trede 4) in aanmerking. Wel worden de mogelijkheden van zonnepanelen boven zacht fruit en verticale bifaciale panelen als hekwerk rond een wei onderzocht.
“Daarmee ontzien we landbouw en natuur”, schrijft Jetten. “Voor deze gronden geldt het principe van ‘nee-tenzij’.” Dit zou per 1 juli 2024 ingaan. “Onbegrijpelijk” volgens Holland Solar, omdat dit het tempo van de energietransitie zou afremmen. Op dit moment wordt slechts 0,12 procent van het totale landbouwareaal in Nederland gebruikt voor het opwekken van zonne-energie.
Daarnaast kan het opwekken van zonne-energie voor boeren juist extra inkomsten betekenen – wat het kabinet ook erkent in de Zonnebrief – en kunnen zonnepanelen de biodiversiteit juist bevorderen. De oproep van Holland Solar aan het kabinet om deze beslissing te heroverwegen wordt dan ook ondersteund door onder andere Milieudefensie, Natuur & Milieu en de Natuur en Milieufederaties.
Lees ook: Zo kunnen zonneparken de biodiversiteit in Nederland verbeteren
“De brief spreekt over ‘geen zon op landbouwgrond tenzij’, maar het is onduidelijk hoe dit ingevuld zal worden. Wat zal de beleidsvrijheid van gemeenten worden en wat is het perspectief van lopende initiatieven”, vraagt Wijnand van Hooff, directeur van Holland Solar, zich af. Daarbij wijst hij op het snel stijgende elektriciteitsverbruik in Nederland.
“We kunnen er niet op vertrouwen dat zon op daken en op restgronden alleen in deze vraag gaan voorzien. Het is belangrijk dat we onze kansen blijven spreiden en nu geen toepassingen uitsluiten. Als de vraag naar duurzame elektriciteit inderdaad zo snel toeneemt zal zon op landbouwgrond keihard nodig zijn om aan deze stijgende vraag te voldoen.”
De opwek van zonne-energie op daken en gevels zou volgens het kabinet al genoeg potentie bieden voor 145 gigawatt. Trede 2 en 3, terreinen en objecten binnen bebouwd gebied en in landelijk gebied, zouden een potentie hebben van nog eens 9,5 gigawatt. Dan blijft er nog altijd een kleine 20 gigawatt over om tot de 173 gigawatt in 2050 te komen die de netbeheerders mogelijk achten in hun integrale infrastructuurverkenning.
Zon op daken loopt mede dankzij de salderingsregeling al bijzonder goed. Door 222,5 miljoen in het Klimaatfonds te reserveren voor zonnepanelen op daken van gebouwen, kassen, industrieterreinen, stortplaatsen en boven parkeerplaatsen moet ook dit worden gestimuleerd. Ook onderzoekt het Planbureau voor de Leefomgeving of en hoe zon-PV in combinatie met dakversterking of lichtgewicht zon-PV in de SDE++ 2024 kan komen. Voor zon op zee wordt 44,5 miljoen vrijgemaakt om 3 gigawatt in 2030 te realiseren.
Daarbij onderzoekt het kabinet de mogelijkheid om de opwek van zonne-energie op daken en gevels te verplichten voor de nieuwbouw. Ook wil het kabinet het vanaf 1 juli 2024 in principe verplichten om solar carports te plaatsen boven nieuwe parkeerplaatsen.
Voor de bestaande bouw heeft het kabinet de Erkende Maatregelenlijst van de energiebesparingsplicht uitgebreid en geeft Hugo de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, gemeenten de mogelijkheid om eigenaren van bestaande utiliteitsgebouwen met een gebruiksoppervlakte van meer dan 250 vierkante meter te verplichten om de (volledige) dakpotentie te benutten voor de opwek van zonne-energie.
Vanuit Europa wordt de richtlijn energieprestatie gebouwen (EPBD) aangescherpt waarbij er meer opwek van hernieuwbare energie bij ingrijpende renovaties moet worden geïnstalleerd. Bij vervanging van verwarmingssystemen in bestaande gebouwen gaat hetzelfde gelden.
Om alle Nederlanders ook te laten profiteren van zonnestroom wordt onderzocht of die kan worden toegevoegd aan de subsidieregeling voor verduurzaming voor verenigingen van eigenaars (SVVE). Als de Eerste Kamer instemt met het afbouwpad van de salderingsregeling zal het kabinet dit ook ondersteunen met 100 miljoen euro corporaties en particuliere verhuurders, waarbij de stroom naar de huurders moet gaan. Holland Solar pleit daarnaast voor een ‘ja, tenzij’-principe als toestemmingsregels voor woningcorporaties en VvE’s om het instemmingsproces sneller te laten verlopen.
Lees ook: Oppositie blijft tegen voorgesteld afbouwpad van de salderingsregeling
Ten slotte wil het kabinet 80 procent van de geschikte overheidsdaken in 2030 te benutten voor een tweede functie, zoals hernieuwbare opwek. Voor het Rijksvastgoed geldt daarbij het ‘ja, tenzij’-principe. Met het programma Opwek Energie op Rijksgronden (OER) wil het Rijk het voorbeeld geven door zonnepanelen op Rijksgronden, zoals in snelwegbermen, langs spoorlijnen, op baggerdepots, sluizen en Defensieterreinen, te plaatsen.
Verantwoorde en kwalitatieve ontwikkeling
Het kabinet wil de groei van zonne-energie gelijk laten lopen met de ontwikkeling van een circulaire economie. Dat betekent dat de productie van circulaire Nederlandse zonnepanelen wordt gestimuleerd.
De verplichte afvalbeheerbijdrage voor zonnepanelen is verhoogd naar ongeveer 0,80 euro per zonnepaneel. Hiermee kan Stichting OPEN toewerken naar een fonds dat grootschalige recycling van zonnepanelen aankan. Daarnaast onderzoekt de minister hoe het IMVO-convenant voor een maatschappelijk verantwoorde energietransitie prominenter in de SDE++ 2024 kan komen.
Lees ook: Hernieuwbare energiesector tekent convenant voor duurzame productieketen
Sowieso gaat de positie van zonnepanelen in de SDE++ veranderen. Minister Jetten herhaalt dat hij het “niet meer passend” vindt om zon en wind op land te blijven subsidiëren. Om de “grote kans op overwinsten” te verkleinen wil hij minder subsidiëren, zonder dat de subsidie helemaal verdwijnt om voldoende investeringszekerheid te houden. Alternatieve stimulering met draagvlak, circulariteit, natuurinclusiviteit en het voorkomen van netcongestie als randvoorwaarden verwacht de minister op zijn vroegst in 2025.
Netcapaciteit en systeeminpassing
Met het Landelijk Actieplan Netcongestie werkt het kabinet en betrokken partijen drie hoofddoelen uit om netcongestie te verminderen. Ten eerste het sneller realiseren van netuitbreidingen. Ten tweede het sterker sturen op betere benutting van het net. Ten derde het vergroten van flexibele capaciteit door industrie en bedrijfsleven.
Minister Jetten werkt daarnaast aan een vierde spoor om het laagspanningsnet sneller uit te breiden en slimmer te gebruiken, deze wil hij eind dit jaar af hebben. Kleinverbruikers moeten worden geprikkeld om het net te gebruiken wanneer daarvoor ruimte is. Behalve het delen van tips via Milieu Centraal en de Rijksoverheid wordt dit nu niet toegelicht. De belangrijkste maatregel is het afbouwpad van de salderingsregeling, maar daarvoor heeft het kabinet een meerderheid in de Eerste Kamer nodig.
Lees ook: De Routekaart Energieopslag is realistisch en zeer uitgebreid, maar (nog) niet erg concreet
Voor het stimuleren van energieopslag verwijst Jetten naar de recent gepresenteerde Routekaart Energieopslag. Daarbij herhaalt hij thuisbatterijen niet te zien als een rendabele investeringen en niet als een oplossing voor netcongestie. De verplichte batterijen bij nieuwe zonneparken moeten dit wel gaan voorkomen, omdat grootschalige batterijen dit in de toekomst zouden kunnen, stimuleert het kabinet de ontwikkeling met 416,6 miljoen euro. Al is “een harde verplichting een inefficiënte maatregel” volgens Holland Solar.
Lees ook: Kabinet wil 3 gigawatt offshore zonne-energie en nieuwe zonneparken verplicht met batterij
Rechtvaardige verdeling van de baten
Zonnepanelen zijn een bijzonder interessante investering omdat de huidige generatie gegarandeerd tot 35 jaar zonnestroom kan leveren. Terwijl de investering zich binnen enkele jaren al heeft terugverdiend. Om alle Nederlanders hiervan mee te laten profiteren wil het kabinet de salderingsregeling nu eindelijk gaan afbouwen en zoals eerder genoemd, corporaties en particuliere verhuurders ondersteunen met 100 miljoen euro, mits de stroom naar huurders gaat.
Minister Jetten heeft onderzoek laten doen naar wat er nodig is om ook MKB-ondernemers aan de zonnepanelen te helpen. Over de resultaten is hij in gesprek met MKB-NL en de Nederlandse Vereniging van Banken. Dit moet leiden tot een reeks maatregelen die MKB’ers zekerheid over de werking, installatie en financiering van zonnepanelen.
Vergroting van de Nederlandse en Europese productiecapaciteit
Het kabinet wil dat Nederland in Europees verband een rol gaat spelen in het afbouwen van de Chinese afhankelijkheid als het gaat om de productie van zonnecellen, -wafers en -panelen. Door dit in Europees verband te bekijken moet worden voorkomen dat meerdere Europese lidstaten dezelfde zonne-energietechnologieën gaan ontwikkelen.
Een goed voorbeeld van de Nederlandse aanpak is de eerder aangehaalde financiering van SolarNL uit het Nationaal Groeifonds. SolarNL ontwikkelt immers circulaire geïntegreerde zonnecellen en -panelen en wil deze ook grootschalig gaan produceren. Het kabinet onderzoekt ook of het mogelijk is om lichtgewichtpanelen aan de SDE++ toe te voegen.
Productie zelf mag het kabinet vanwege Europese staatssteunregels (nog) niet subsidiëren. Maar sinds de Europese Commissie met de Net Zero Industry Act heeft ingezet op meer Europese productie van hernieuwbare energieopwekkers, gaan er steeds meer stemmen op om voor de staatssteunregels te versoepelen voor dit soort toepassingen. Een snelle opschaling zou immers goed zijn voor het Europese concurrentievermogen ten opzichte van de andere machtsblokken China en de VS. Een toekomstig Ecodesign, Europees Energielabel en het Carbon Border Adjustment Mechanism moeten de businesscase van Europese zonne-energietechnologieën verder versterken.
Lees ook: Wat gaan de Europese en Nederlandse industrieplannen betekenen voor de zonne-energiesector?
Daarnaast doet de Topsector Energie onderzoek naar en het ontwikkelen van nieuwe zonne-energietechnologieën en worden innovatieprojecten via de MOOI-regeling (Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie) ondersteund die integrale oplossingen ontwikkelen voor de klimaat- en energietransitie.
Ten slotte ziet het kabinet potentie in zonnemobiliteit. In Nederland zijn een aantal start-ups bezig met toepassingen in wegtransport en de binnenvaart. Er zijn echter nog knelpunten op het gebied van de beschikbaarheid van technisch personeel, grondstoffen, infrastructuur, innovatie-financiering, aankoopstimuli en geschikte subsidiëring. Voor sommige knelpunten wordt al aan oplossingen gewerkt schrijft Jetten.
Veilig werken en installeren
De snel groeiende vraag naar zonnepanelen en het tekort aan voldoende installateurs zorgt voor druk op de markt. Minister Jetten is met de Nederlandse Arbeidsinspectie en de zonne-energiesector in gesprek om de veiligheid te waarborgen, waarvoor de sector werkt aan een certificeringsvorm.
Naar de brandrisico’s rondom branden in zonnepanelen wordt nog volop onderzoek gedaan. Tegelijk zegt het Verbond van Verzekeraars dat bedrijven met zonnepanelen goed verzekerbaar zijn. Minister Jetten wil onderzoeken of een garantiefonds voor grote branden een positief effect kan hebben. “Een goede stap” volgens Holland Solar omdat het onduidelijkheid rond de verzekering kan verminderen.