Europese productiedoelstelling raakt steeds verder uit zicht

19.04.2024 Jan de Wit

Europese productiedoelstelling raakt steeds verder uit zicht
©Meyer Burger

In 2021 introduceerde de Europese Commissie het European Solar Initiative om de Europese productie van zonnepanelen te bevorderen. Vanaf 2025 zou de Europese Unie over een eigen jaarlijkse productiecapaciteit van 20 gigawatt beschikken. Europese producenten lijken het echter moeilijker dan ooit te hebben en sinds augustus vorig jaar staat 10,5 gigawatt productiecapaciteit van onder andere zonnepanelen en zonnecellen onder druk of is al stopgezet vanwege faillissement, onderdeeltekorten of verplaatsing van productie, dat blijkt uit onderzoek van financieel analysebureau S&P Global.

Met het European Solar Initiative beoogde de Europese Commissie vanaf 2025 over een productiecapaciteit van 20 gigawatt aan PV-technologieën te kunnen beschikken. Dit zou moeten leiden tot een jaarlijkse economische toegevoegde waarde van 40 miljard euro en 400.000 nieuwe directe en indirecte banen in de hele keten.

Het European Solar Initiative werd weer opgebouwd met twee pijlers: de Solar Manufacturing Accelerator en het Business Investment Platform, respectievelijk gericht op het versnellen van de productie en de bijbehorende investeringen. Hoewel het voor de oorlog in Oekraïne is opgericht, haalde de Europese Commissie het European Solar Initiative al snel aan als voorbeeld waarop Europa meer energieonafhankelijk kon worden van het buitenland.

Toen het initiatief werd gelanceerd klonk er ook al kritiek op, want was het niet zowel te vrijblijvend als een druppel op de gloeiende plaat gezien de enorme Chinese PV-productiecapaciteit. Later zou de Europese Commissie er nog een schep bovenop doen door in de Net-Zero Industry Act te stellen dat het zo’n 40 procent van de Europese vraag van iedere technologie in 2030 op Europees grondgebied wil produceren.

Vraag om staatssteun is een schreeuw om hulp
Het afgelopen jaar hebben de prijzen van Chinese zonnepanelen, -cellen, -wafers enzovoorts een vrije val gemaakt. Eerst daalden de transportkosten sterk en vervolgens schoven Chinese projectontwikkelaars enorme orders door naar begin 2023, waardoor er een behoorlijk vraagtekort ontstond en de prijzen sterk moesten worden verlaagd om nog wat te verkopen.

Meerdere grote Europese fabrikanten, zoals Meyer Burger, Norsun, Norwegian Crystals en REC Solar, gingen failliet, kregen problemen in hun supply chain of verplaatsten hun productiecapaciteit uit Europa. Zo kondigde Meyer Burger een verlies aan van honderden miljoenen euro’s en verplaatste zijn 1,4 gigawatt zonnepaneelfabriek van Duitsland naar de VS.

Dankzij de Inflation Reduction Act kan de fabrikant er rekenen op een belastingvoordeel dat kan oplopen tot 1,4 miljard dollar tot 2032. Na een uitgebreide en onsuccesvolle lobby voor meer Europese en, of Duitse staatssteun maakte Meyer Burger zijn beslissing definitief. De Duitse overheid had het verzoek direct afgewezen en de EU Solar Charter dat 23 Europese ministers van Energie en ongeveer 100 vertegenwoordigers van de Europese zonne-energiesector tekenden, ging niet verder dan een gezamenlijke inspanningsbelofte.

Ondanks de terugvallende vraag naar PV-technologieën is de Chinese productiecapaciteit het afgelopen jaar verder opgevoerd. Dankzij steun van de overheid en de bankensector lijken de Chinese fabrikanten deze moeilijke markt veel langer vol te kunnen houden. Ook Chinese fabrikanten hebben het namelijk niet makkelijk. De grootste zonnepaneelfabrikant ter wereld Longi komt dan ook met een flinke ontslagronde.

©S&P Global


De Europese problemen zijn echter van een andere orde. Zo blijkt uit het onderzoek van S&P Global dat 10,5 gigawatt PV-productiecapaciteit onder druk staat en dat een flink deel al is gesloten vanwege faillissement, waar onder het Nederlandse Exasun en recent het Franse Systovi.

"Bij gebrek aan een passend regelgevingskader heeft deze context geleid tot een vloedgolf aan gesubsidieerde Chinese panelen, die met verlies op de Franse en Europese markt zijn verkocht, en tot een plotselinge daling van de orderportefeuilles", zo concludeerde Systovi.